1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

De belediging

27 apr, 2015 Onderdeel van plaisanteries

Column door Caspar Visser ‘t Hooft

Waarom ik dat glaasje cognac weigerde? Uit vaderlandsliefde. O ja, hoezo? Wat heeft vaderlandsliefde met cognac te maken? Wacht, ik zal het jullie uitleggen. Ga er even rustig bij zitten, met een sigaar en een… cognacje. Ja, met een cognacje – want dat van die vaderlandsliefde heeft alleen maar met één bepaald merk cognac te maken. Een echte man-van-Oranje kan zonder gewetensbezwaar van alle andere merken proeven. Alle andere – niet die éne, niet prince Hubert de Polignac

Een dure oorlog

Het jaar 1712 was het voorlaatste jaar van wat in de geschiedenisboeken bekend staat als de ‘Spaanse successie-oorlog’, een oorlog die elf jaar duurde. Meerdere Europese staten hadden tezamen de strijd tegen Frankrijk aangebonden met het oog op het verijdelen van de claim die de Bourbons maakten op de vrij gekomen Spaanse troon. Zou een naaste verwant van Lodewijk XIV koning van Spanje worden, dan was een aanzienlijke vermeerdering van Frankrijks macht te vrezen, wat een bedreiging betekende voor het wankele Europese evenwicht. Onze Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden had zich aan de kant van de geallieerden geschaard. Iets wat haar duur kwam te staan – duur in de letterlijke zin van het woord. Het aandeel dat van de Republiek werd gevergd (geld, legers) was dusdanig groot dat tegen het einde van de oorlog, ondanks de overzeese rijkdommen, de Republiek volkomen was uitgeput. Een vrede was daarom wel zeer gewenst. Maar niet de eerste de beste vrede. Er moest natuurlijk onderhandeld worden over de best mogelijke voorwaarden.

Vredesonderhandelingen in Utrecht

De plek die voor deze onderhandelingen werd gekozen was Utrecht. En in de domstad wordt alles in gereedheid gebracht om de afgevaardigden uit Engeland, uit het keizerlijke Duitsland, uit Frankrijk en uit de verschillende Nederlandse gewesten te ontvangen. Men zet zich rond de tafel… en dan, plotseling! opschudding aan de kant waar de Fransen zitten. Ze hebben zojuist van een bode een bericht ontvangen dat hen in een hoogste staat van vreugdevolle opwinding brengt. Waar tot dusver de oorlog nogal onbeslist was geweest, hadden de Fransen, bij Denain, op de valreep nog een kleine overwinning op de Staatse legers weten te behalen. En dat versterkte hun positie. En bracht hen ertoe een toon tegen de Nederlandse gezanten aan te slaan die wel erg aanmatigend was. En dat in hun eigen land – Utrecht!

De belediging

Een van onze gezanten was dit op een gegeven ogenblik teveel. Ik citeer uit ‘De geïllustreerde vaderlandse geschiedenis’ van P. Louwerse (4e druk, 1908): … toen één der Fransche Heeren wat al te hoogen toon aansloeg tegenover een der Nederlandsche Afgevaardigden, en deze hem hierop van antwoord diende, trok de Abt de Polignac partij voor zijn landgenoot, en voegde den Hollander op hooghartigen toon toe: “Wij zullen bij u, zonder u en over u handelen!

‘Wij zullen bij u, zonder u en over u handelen!’

‘Wij zullen bij u, zonder u en over u handelen!’ In het geschiedenisboek van Louwerse is dit ook de ondertiteling van een leuk plaatje. Links een flink doorvoedde Hollander met een pruik en met een vergramde uitdrukking op zijn gezicht. Aan de andere kant van de U-vormige tafel een mager heerschap in een zwarte toga met een wit befje, met een smal, zuur gezicht en een witte pruik. Met een kraaienpoot, die uit een lange afhangende mouw steekt, wijst hij in de richting van de Hollander: ‘Wij zullen bij u, zonder u, over u…’ Hoe waagt hij het?!

Nee, die prince Hubert de Polignac, die krijg je niet door mijn strot. Vanwege die verwaten abt de Polignac. Die cognacprins en die abt, die zijn namelijk uit hetzelfde aanzienlijke geslacht afkomstig. Als het een ander merk was geweest (Martell, Hennessy), dan had ik misschien uit beleefdheid het glas wel geaccepteerd. Om er dan maar één klein slokje uit te drinken. Want ik houd helemaal niet van cognac. Ditmaal niet – uit vaderlandsliefde.

Geen mens die niet ook zijn sympathieke kanten heeft

Eerlijkheidshalve moet hier wel bij worden vermeld dat die aanmatigende abt ook een sympathieke kant had. Tja… Ja, want toen hij later (als kardinaal) enige jaren in Rome doorbracht, heeft hij daar een paar spectaculaire opgravingen laten verrichten. Dankzij hem zijn de ruines van de buitenvilla van Marius boven de grond gekomen. Er werden daar zes mansgrote  marmeren beelden gevonden die elk een episode voorstellen uit het verhaal van Achilles die zich, als meisje verkleed, aan het hof van Lycomedes bevindt en die daar door Ulysses wordt herkend. Wie dit zwaarder weegt dan een ondergane belediging – en we kunnen wel tegen een stootje (wat zal ons zo’n Franse zwartrok? – alles welbeschouwd…), zal een glas prince Hubert de Polignac niet hoeven weigeren.

 

Reageer