1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Gepasseerd station

23 feb, 2018 Onderdeel van politiques

Column door Caspar Visser ’t Hooft

Emmanuel Macron heerst over Frankrijk alsof het land een bedrijf is. Hij heeft in tegenstelling tot zijn voorgangers nooit aan lokale politiek gedaan. De Fransen zeggen, letterlijk vertaald: hij heeft zich nooit aan de dagelijkse realiteit van de gewone man ‘geschuurd’. Hij heeft een flitscarrière achter de rug van bankier. Hij speelt daarnaast een beetje voor filosoof, maar wie daar nog intrapt is een idioot. Hij is een schoolvoorbeeld van de technocraat die vers van een van de Franse elitescholen (‘Grandes Ecoles’) op de top van een bedrijf of staatsinstelling wordt gedropt, in zijn geval de ‘Entreprise France’. Sinds zijn intronisatie heeft hij het land aan een schoktherapie onderworpen. Frankrijk moet attractief worden voor buitenlandse bedrijven en multinationals, opdat ze zich in het land komen vestigen. Maar hiervoor moeten de arbeidsvoorwaarden worden versoepeld, flexibiliteit is het grote woord (of – hypocriet: ‘flexisécurité’). En voorzieningen die tot dusver de staat voor zijn rekening nam, worden aangeboden als marktwaar waar handige jongens rijk van kunnen worden. Kortom, we privatiseren wat los en vast zit. Het nieuwste betreft de spoorwegen. Allerlei lokale lijntjes staan plotseling op de helling. Te weinig rendement. En nu dreigt een project waardoor aan een van de meest opvallende treinstations van de wereld de oude glorie zou worden teruggegeven in het water te vallen. Ik heb het over het station van Canfranc.

Canfranc

Het is een prachtig gebouw in de typische art-déco stijl van de jaren ’20 van de vorige eeuw. In het midden, boven de centrale hal, een hoog koepeldak. Wijd uitgestrekte vleugels links en rechts, tientallen meterslang, met een opeenvolging van glazen deuren. Aan de voorkant een door glas overdekt perron, aan de achterkant een door glas overdekt perron. Maar wat is de voorkant, wat de achterkant? Er is een Franse kant en een Spaanse kant. Het station ligt hoog in het Pyreneeënmassief, op bijna 1200 meter. Reizigers komend uit Pau moesten hier, even over de grens, overstappen in een Spaanse trein, omdat de breedte van de Spaanse rails groter was dan die van het Franse spoor. Ze moesten dan door de grote hal naar de andere kant van het station lopen, waar de Spaanse trein met bestemming Jaca hen opwachtte. En voor Spanjaarden gold hetzelfde, maar dan in omgekeerde richting. Dit bijzondere station – wie verwacht er nu een soort Gare St Lazare in een landschap van hoge rots-hellingen? – kwam in 1928 in gebruik, vrucht van een Frans-Spaans verdrag. De geschiedenis van de lijn Pau-Jaca is nogal getourmenteerd. Tijdens de Spaanse burgeroorlog werd het Spaanse tracé gesloten. Tussen 1940 en het einde van de Tweede Wereldoorlog was het weer open, daarna niet meer. Het Franse tracé, dat langer dienst bleef doen, werd in 1970, na de instorting van een brug, voor onbruikbaar verklaard. Sinds 2000 gaan er zowel van Franse als van Spaanse zijde stemmen op om de spoorlijn in zijn geheel in ere te herstellen. Het station van Canfranc is gerestaureerd. De keer dat ik er langs reed (met de auto over de gewone weg), was het dat nog niet: roest, graffiti, onkruid, bramen – een surrealistische aanblik! Aan de Franse kant rijden over een deel van het tracé (tussen Pau en Bedous) weer treinen. Het idee was om ook het vervolg (Bedous-Canfranc) opnieuw bruikbaar te maken. In het begin van dit jaar is een officieel rapport verschenen (rapport Spinetti) die dit project dreigt op te blazen. Niet rendabel.

Chambrey

Emmanuel Macron is een anachronisme. De wereld van nu vraagt – schreeuwt – om een andere koers dan die van de achterhaalde neoliberale concurrentiepolitiek. In hun tijd waren Thatcher en Reagan nieuw. Tony Blair was nieuw omdat hij de eerste vertegenwoordiger was van een socialisme dat mee ging fluiten op de muziek van TINA (‘there is no alternative’). Emmanuel Macron komt te laat, we beginnen nu toch werkelijk in te zien dat het overleveren van grote domeinen van de bestaande werkelijkheid aan het zuivere markmechanisme (dat nooit zuiver is, en ook nooit kan zijn), met de ongenadige concurrentieslag die daaruit voortvloeit, de wereld naar de bliksem helpt. En nog voordat de natuur ons serieus de parten gaat spelen, dreigt de menselijke samenleving te exploderen. Volgens de OFCE (een officieel Frans orgaan dat prognoses ontwikkelt over de economische politiek) zal 42% van de winst die de privatisering – en flexibiliseringspolitiek van Emmanuel Macron met zich meebrengt ten goede komen aan de bovenste 5% van de Franse bevolking. Het proces van verpaupering van de onderste 5% heeft al ingezet. Dit zet kwaad bloed. En waar concurrentie al een vorm van oorlog is – er is weinig voor nodig of het slaat om in gewapend geweld – is dit kwade bloed nog eens te meer als een kruitvat te beschouwen: wie zal het lont aansteken? En wat we dan zullen beleven – het zal ons voorkomen als een wrange ‘déjà vu’… Terwijl deze sombere gedachten door mijn hoofd malen, zie ik verderop, beneden de weg (N74) die Nancy met Château Salins verbindt, het ‘keizerlijke station’ van Chambrey liggen. En ook hier: wat een wonderlijke gewaarwording! Het station ligt buiten het dorp, in open grasland, nergens zijn rails te bekennen. Het is een groot bouwwerk, opgetrokken uit oranje-gele zandsteen, de stenen zijn massief, en het heeft een vierkanten toren. De stijl is neo-Duitse sprookjes, anders gezegd Wilhelm II. Dit station is vlak na de Frans-Duitse oorlog van 1870 gebouwd – oorlog waarin Frankrijk de regio Elzas-Lotharingen moest afstaan. Chambrey lag in het door de Duitsers geannexeerde deel van Frankrijk, op een paar honderd meters afstand van de nieuwe grens. Wanneer de Fransen via Nancy met de trein naar Duitsland reisden, was Chambrey het eerste station op Duits grondgebied. De Duitsers hadden met opzet aan dit station – station van een dorp van niks – een monumentaal karakter willen geven. Het mocht de Franse reizigers eens goed worden ingepeperd, hoe groot en machtig het Duitse keizerrijk rijk was. En toen kwam nog een oorlog, en daarna nog een – en nu staat het station er doelloos en verlaten bij. Waar was het allemaal voor?

Houyet

Emmanuel Macron had het slim gespeeld. Je hoeft geen complotdenker te zijn om tijdens de Franse verkiezingen bij de kandidaten allerlei manoeuvres te veronderstellen. Hoe dan ook, het kwam hem bijzonder goed van pas dat zijn uiteindelijk mededingster niemand anders dan Marine Le Pen was. Veel mensen die niets met hem en zijn (overigens vage) voorstellen ophadden, voelden zich nu wel verplicht voor hem te kiezen. Het ging er bij hen enkel en alleen om een barrière op te richten tegen het extreemrechtse Front National. ‘Faire barrage’ – zeiden ze. Minder begrijpelijk is waarom zoveel mensen twee maanden later, bij de parlementsverkiezingen, ook voor zijn partij van in de haast bijeengeraapte elementen uit de meest verschillende (hogere) sferen stemden. Een president zonder draagvlak in het parlement kan niet regeren, was het argument. Veel mensen hebben nu spijt. En Emmanuel Macron heerst oppermachtig. In het parlement kan hij rekenen op een absolute meerderheid, stuk voor stuk even gedweeë jaknikkers (die op partijseminars door partijmanagers worden gehersenspoeld). Macron is koning. Hij ontvangt in het kasteel van Versailles, hij brengt vakanties door in Chambord, hij wil de presidentiële jacht, opvolger van de ‘chasses royales’, afgeschaft door president Chrirac, weer invoeren. Ook dat is goed voor de attractiviteit. Goed voor de band met topmensen van internationale bedrijven en banken: samen jagen. Ja, jagen…

In de Belgische Ardennen, niet ver van de grens met Frankrijk, bij Houyet, heb je een stationnetje waar destijds koning Leopold II van België uitstapte wanneer hij zijn gigantische ‘Chateau royal d’Ardenne’ bezocht. Het kasteel bestaat niet meer, het omliggende park is nu golfterrein. Het minuscule station was speciaal voor de koning en zijn gasten bestemd. Het ligt boven het riviertje de Lesse, en je ziet het spoortraject even verderop in een tunnel duiken. Het stationnetje is opgetrokken uit ruwe grijze steen, het bestaat – als ik me goed herinner – uit één enkel vertrek, open richting spoor, en met een uitgang die naar een klein voorplein leidt – voorplein dat zich voortzet in een laag ommuurde weg die met de heuvel naar boven kronkelt. Hier kwam de koets de koning ophalen. Het stationnetje is door dicht lover omgeven, de stenen zijn bemost, tussen de keien van de weg groeit hoog onkruid.

Et sic transit gloria mundi.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  1. 1 Reactie op “Gepasseerd station”

  2. Door Wouter Woets op 24 mrt, 2018

    Informatief verhaal met goede visie

Reageer