1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Schrijver na Frankrijk

20 sep, 2019 Onderdeel van proses

Column door Michael Berg

Ooit hadden mijn vrouw en ik twee huizen. Een in Nederland en een in Frankrijk. Een ‘fermette’ in de Creuse. Weinig huis, veel schuren en vooral heel veel grond. Anna en ik brachten er jarenlang onze vakanties door. Iedere keer knapten we het huis een beetje op. Een nieuw dak, gevoegde muren, ramen met dubbel glas, nieuwe luiken, een design houtkachel die het hele huis verwarmde. Zo werd het een echt huis.

‘Wil je niet nog ooit een boek schrijven?’ vroeg Anna op een dag.

Ik knikte. Een boek schrijven stond inderdaad nog op mijn bucketlijst.

‘Dan gaan we weg uit Nederland,’ zei ze, ‘en gaan we in Frankrijk wonen.’

Ik twijfelde. Ik had een goed betaalde baan bij de omroep. ‘En mijn pensioen dan?’ piepte ik terug.

‘Onzin,’ zei Anna resoluut.

Ze rekende me voor hoeveel geld we hadden als we alles in Nederland zouden verkopen. Tienduizend euro per jaar. Daarmee moesten we het vijftien jaar kunnen uitzingen. Daarna kregen we AOW en ik kreeg een pensioen. Moest kunnen. We hoefden nooit meer op reis te gaan en nieuwe kleren hadden we ook niet meer nodig. We konden een moestuin aanleggen en aardappels aanplanten op de akker van de buren en in de herfst konden we paddenstoelen plukken in het bos. Kortom: waar wachtte ik nog op?

‘Oké,’ zei ik. ‘We doen het.’

We verkochten ons huis en ik zegde mijn baan op. Tot verbijstering van de collega’s. ‘Wat ga je dan doen?’

‘Schrijven,’ antwoordde ik, ‘een boek.’

‘Zeker een bestseller,’ merkte iemand smalend op.

‘Dat is wel de bedoeling,’ was mijn antwoord.

We vertrokken naar Frankrijk. Vanaf de eerste dag voelde ik me bevrijd. Geen kantoor, geen personeel, geen bezuinigingen. Ik begon te schrijven. Een thriller. Dat mijn boek zich zou afspelen in de Creuse stond als een paal boven water. Niemand schrijft boeken die zich in de Creuse afspelen. De streek is de perfecte arena voor een misdaadroman. In het Frankrijk geldt dat wie niet gevonden wil worden zich het best kan verstoppen in de Creuse.

Na twee jaar schrijven en uitgevers zoeken debuteerde ik in 2008 met Twee zomers. Het boek werd goed ontvangen maar een bestseller was het niet. Evenmin als de drie boeken die ik daarna schreef en die alle drie in de Creuse speelden. Schrijven was een serieus vak, zo leerde ik, en het succes van een boek is afhankelijk van veel factoren. Het is een loterij. Alleen een goed en spannend boek schrijven was niet voldoende.

Met Nacht in Parijs verplaatste ik de arena van de Creuse naar Parijs. Het boek ging over een populistische presidentskandidaat die tijdens een slippertje met een mooie jonge meid in bed aan een hartstilstand bezweek waarna iemand anders er met het lijk vandoor ging. Het boek won in 2013 De Gouden Strop, de prijs voor de beste misdaadroman. Van het geld van de prijs konden we een jaar lang leven. Het boek stond veertien weken in de top 60. Ik had een bestseller. De beslissing om te emigreren naar Frankrijk en te gaan schrijven betaalde zich dubbel en dwars uit. Het doel was bereikt.

De euforie duurde niet erg lang. Anna was al een tijdje ziek. Ze wilde niet weten wat ze had. Geen ziekenhuizen, geen onderzoeken.

‘Het gaat wel weer over,’ zei ze.

Maar het ging niet over. Haar gezondheidssituatie verslechterde.

‘Ik ga dood’, zei ze opeens, ‘en ik vind het prima.’

Ze had een leven lang alles gedaan wat god verboden had en had nooit gedacht dat ze ouder dan veertig zou worden. Mijn wereld stortte in.

‘Laat je onderzoeken,’ probeerde ik voor de zoveelste maal, ‘misschien kunnen ze je helpen.’

Ze bleef onvermurwbaar. Aan haar lijf geen polonaise.

Die winter brachten we door in de Var. Ze wilde haar geliefde Middellandse Zee zien en de warmte voelen op haar huid. We kwamen nauwelijks het huis uit. Ze kon amper lopen. Alles deed pijn. Als ik niet voor haar zorgde, zat ik achter de computer om te schrijven. Omdat er een contract lag en omdat ik met schrijven het idee had dat ik de dood op afstand kon houden. Zo schreef ik Heller en Het meisje op de weg. Het laatste boek speelde weer in de Creuse. Net voor het boek verscheen overleed Anna. De Franse droom was in één klap voorbij. Hoe verder? Het idee om het hele jaar alleen in de Creuse door te brengen stond me tegen. Misschien alleen de zomer. En de winter iets huren in Amsterdam. Of verhuizen naar een ander land? Italië, Spanje, Portugal? Ik had werkelijk geen idee en ik was totaal niet in staat om iets zinnigs te besluiten.

Een maand na het overlijden van Anna reisde ik naar Nederland. Om mijn boek te promoten maar vooral om vrienden en bekenden te zien. Tijdens een lezing in mijn geboorteplaats Heerlen gebeurde iets bijzonders. In de zaal zat Hedie. We hadden ooit – meer dan veertig jaar geleden – samen in een jongerenkoor gezongen. Sindsdien hadden we elkaar nooit meer gezien. Hedie was begin dat jaar weduwe geworden. Na afloop van de lezing gingen we met een hoop vrienden en bekenden naar een café. Hedie en ik zaten als eerste aan tafel, tegenover elkaar, en praatten aan één stuk over de doden en over het leven.

‘Moet je niet ook met de anderen praten?’ vroeg Hedie na een uur, wijzend naar al die mensen die speciaal voor mij naar de lezing waren gekomen.

‘Nee,’ antwoordde ik. ‘Het is goed zo.’

En zo was het ook. Volgens mij waren wij bij voorbaat geëxcuseerd. Alsof iedereen begreep hoeveel Hedie en ik met elkaar te bespreken hadden.

We namen afscheid. Ik reisde naar Amsterdam en daarna weer terug naar Frankrijk. Maar het gesprek met Hedie liet me niet los. Was ik verliefd? Onzin. We begonnen te mailen. Vervolgens gingen we bellen. Uren. Ik had een abonnement van France Télécom waarmee ik onbeperkt kon bellen met vaste nummers in het buitenland. Aan de telefoon groeiden we nog meer naar elkaar toe. Hedie nodigde me uit om op oudejaarsavond bij haar te komen eten. Natuurlijk aanvaardde ik met beide handen de uitnodiging. Ik ben gegaan om vervolgens ruim een week te blijven. Daarna reisde ik weer terug naar Frankrijk. Alleen. Voor drie weken die uiteindelijk maar twee weken zouden worden. Omdat we elkaar wilden zien. Sindsdien trokken we samen op. Heerlen – Creuse – Heerlen – Creuse. Twee huizen op twee totaal verschillende locaties. De een in de stad, de ander op het lege platteland van la France profonde.

De Creuse bleek vooral aantrekkelijk in de zomer. In de winter wilden we naar de zon. Griekenland, Egypte. Na jaren Creuse en mantelzorg voor Anna lag de wereld opeens weer voor me open. Het idee om in Frankrijk een groot huis te hebben dat een groot deel van het jaar leegstond maakte me onrustig. Tijdens een week die ik alleen in Frankrijk doorbracht besloot ik het huis te verkopen.

‘Weet je het zeker?’ vroeg Hedie geschrokken.

‘Ja,’ antwoordde ik, ‘ik weet het zeker.’

In de zomer van 2016 werd het huis verkocht. Januari 2017 zat ik bij de notaris in Bourganeuf, twee dagen later schreef ik me in als inwoner van Heerlen. Na mijn eindexamen was ik maar wat blij geweest om de stad te kunnen verruilen voor Amsterdam. Nu was ik weer terug op het oude nest. Maar niet terug bij af. Heerlen was veranderd. Ik was veranderd. Maar vooral was ik heel erg gelukkig.

Ondertussen ging het schrijven gewoon verder. Ik betrok een kamer op de eerste verdieping en werkte daar aan Broertje. Het boek speelde zich af in Frankrijk, in de Var. Een Frans boek schrijven in Nederland. Kan dat? Ja, het kan. Ook al dwaalden mijn gedachten voortdurend af naar Anna. Ik zag het huis voor me waar we die winter verbleven en waar ze nog zieker was geworden. Zo kortgeleden en nu was ik met een andere vrouw. Kon dat eigenlijk wel? Ja, het kon, want het was zo. Hedie had soortgelijke gedachten. Schuldgevoelens. Terwijl we tegelijkertijd intens van iedere dag genoten omdat we beiden wisten hoe wreed het leven kan zijn.

Oktober 2017 verscheen Broertje’ Het boek werd zeer goed ontvangen. Nominaties voor diverse prijzen. Hedie vergezelde me naar interviews en boekenfeestjes. Het leven lachte ons toe. We trouwden. Het diner en het feest vonden plaats in hetzelfde gebouw waar we elkaar eind 2015 weer waren tegengekomen. Bizar. Als ik het verhaal naar mijn uitgever had gestuurd zou die er fronsend naar hebben gekeken en gezegd hebben dat het wel erg ongeloofwaardig was. Maar dit was de werkelijkheid. Het leven had een totaal nieuwe wending genomen.

We besloten op zoek te gaan naar een nieuw huis. Niet omdat er iets mis was met Hedies huis maar omdat we een huis wilden hebben dat echt van ons samen was. Dat huis vonden we in Voerendaal, een dorpje onder de rook van Heerlen. Augustus 2019 verhuisden we. Het voelde meteen vertrouwd. Een witte bungalow met heel veel glas en een groot terras en een grote tuin op het zuiden. Mijn werkkamer kijkt uit op de tuin. Op het moment dat ik dit schrijf schijnt de zon uitbundig. Een gevoel van rijkdom vervult me. De plek doet me een beetje denken aan Frankrijk. Net zoals het dorp me aan dorpen in Frankrijk doet denken. Niet te groot, veel groen, vriendelijke mensen die elkaar nog groeten, het leven ligt een tandje lager dan in de stad. Een echte plattelandsgemeente. Rustig, op het saaie af. Ideaal voor een schrijver. Voerendaal telt zelfs een aantal wijngaarden. De wijn is te koop in de lokale supermarkt. Met name de Auxerrois valt niet te versmaden.

Het leven is hier goed. Een stukje Frankrijk in Nederland. Ik voel me er thuis. Net zoals ik me onmiddellijk thuis voel zodra ik de grens met Frankrijk oversteek. Thuis zit in je hoofd. En schrijvers leven in hun hoofd. Mijn nieuwste boek heet Ik zie je. Het verschijnt 2 oktober en gaat over een bestsellerauteur met een writer’s block die op zoek naar inspiratie een gîte huurt in de Vaucluse en daar ooggetuige is van een moord.

Verleden jaar brachten Hedie en ik een paar weken door in de Vaucluse. En dit jaar waren we er weer om locaties te checken en filmpjes op te nemen en te genieten van het goede leven. Ik heb het boek grotendeels in Nederland geschreven maar ik hoef de eerste pagina’s maar open te slaan of ik ben weer terug in Frankrijk. Wie leest is een gezegend mens. Reizen in je hoofd. Veel duurzamer kan het niet. De reis begint bij de schrijver. Wie deze winter de Nederlandse kou wil ontvluchten en ook nog een spannend verhaal wil lezen raad ik van harte Ik zie je aan.

Veel leesplezier!

 

Michael Berg is een succesvolle schrijver van thrillers en boeiende romans. Voor Nacht in Parijs ontving hij in 2013 de Gouden Strop. Daarna verschenen Heller, Het meisje op de weg en Broertje, met nominaties voor diverse prijzen. Dit jaar zal Ik zie je verschijnen, een thriller die zich afspeelt in de Vaucluse. Voor meer informatie: www.michaelberg.nl

 

Reageer