Faux-amis en faux-pas

17 mrt, 2013 Onderdeel van plaisanteries

Column door Caspar Visser ’t Hooft

Nederlanders vinden Fransen arrogant. Ik heb me vaak afgevraagd waarom, want ik ben het niet met ze eens. Het heeft natuurlijk te maken met de taal. Fransen ergeren zich eerder aan buitenlanders die zich slecht in hun taal uitdrukken dan bijvoorbeeld anglofonen dat doen wanneer het om hun taal gaat. Dit komt omdat ze meer dan anderen belang hechten aan een goed beheersen van de taal. Wie wauwelt in zijn eigen taal, die neemt minder aanstoot aan iemand die wauwelt in die taal omdat het zijn taal niet is. Maar wanneer Fransen merken dat je serieus moeite doet om er in hun taal iets van te maken, zijn ze de eersten om je met complimenten te overladen : Wanneer wij zo goed Nederlands konden spreken als jij Frans !… Nee, arrogant zijn bepaalde Nederlanders die denken dat ze goed Frans kunnen en die om de haverklap, met veel applomb, met woorden aan komen zetten die weliswaar Frans klinken, maar die eigenlijk Engels zijn. Je vous expecte demain-matin – hoorde ik een (verre) oom van mij eens over telefoon zeggen, met een gezicht van zie-mij-goed-Frans-praten. Veel Engelse woorden zijn natuurlijk eigenlijk Franse woorden. Deze woorden zijn met Willem de Veroveraar uit Normandië naar Engeland meegekomen. Maar deze woorden hebben in de duizend jaar tussen toen en nu twee parallelle ontwikkelingen doorgemaakt, één in Engeland, één in Frankrijk, waarbij sommige flink in betekenis zijn gaan verschillen. We hadden het over expecter, maar er zijn er andere – en wanneer je je hier vergist, kun je flinke blunders maken. Faux pas.

Faux amis

Ze heten faux amis, die woorden die een zelfde oud-Franse oorsprong hebben, maar die niet meer hetzelfde willen zeggen. Stel dat diezelfde (verre) oom een Franse zakenvriend op het hart had willen drukken dat hij hem bij de totstandkoming van een project, waarin ze beiden belangen hebben zitten, zou steunen – hoe zou hij dat hebben gezegd ? Je vous supporterai – ik hoor het hem zeggen, van geen vuiltje bewust. En daarna hoogst verontwaardigd wanneer de Fransman hem een venijnige blik toewerpt. Arrogant, die Fransen ! Supporter – in het Frans wil dat zeggen verdragen. Dus : Ik zal je verdragen. Goed, bij mijn oom daagt dan misschien toch het besef dat hij er naast zat. Hij wil het goedmaken. Een compliment. Hij wil de zakenvriend laten weten dat hij hem, gezien de manier waarop hij het project leidt, een zeer redelijk persoon vindt. Vous êtes très sensible – zegt hij. Ai-ai-ai ! In het Frans wil dat zeggen gevoelig. Ik gevoelig ? – denkt de Fransman, alleen maar omdat ik even moest slikken toen hij zei dat hij mij zou verdragen ? Mijn oom weet niet hoe hij het heeft. Wat is dat voor onmogelijk individu, die hem vanuit de hoogte zo giftig blijft aankijken ! Als hierdoor de zaak, waarin we beiden betrokken zijn, maar niet op de helling komt te staan – denkt mijn oom. Want hij verwacht er veel van. Hij wil daarom zijn zakenvriend nog eens duidelijk van zijn goede wil overtuigen : Wat het geld betreft, ik zal voorzien. Quant à l’argent, je vais vous supplier. De Fransman blijft even als aan de grond genageld staan, dan trekt hij zijn schouders op, draait zich om en loopt weg. Die Hollander zou hem voor het project van geld voorzien, en nu zegt hij dat hij om geld komt smeken. Zaken-vrienden ? Faux amis ! Pas ami du tout !

  1. 2 Reacties op “Faux-amis en faux-pas”

  2. Door Ambtenaar in Nederland op 17 mrt, 2013

    Ha Caspar, altijd weer leuk om je te lezen

  3. Door Nikolaas Brandjes op 18 mrt, 2013

    Nee, dan die Franse zakenman die Nederlands probeert te spreken en tot uitdrukking wil brengen dat hij de Nederlandse partner wil ondersteunen: Iek zal uw souteneur zijn.

    Was er ook niet ooit iets met mevrouw I. Vorrink die zich in Parijs voorstelde als Ministre de Milieu (in plaats van affaires environnementales)?

Reageer