Petit New-York
17 dec, 2014 Onderdeel van paysagesColumn door Julia Fortuin
In de wijk waar ik werk, ergens tussen de Grands Boulevards en Strasbourg Saint Denis, is het een drukte van zakenmannetjes, internetyuppies, Chinese hoeren, hoerenlopers, koopjesjagers, zwervers en sushibezorgers die al dan niet tegen elkaar aanbotsen op de altijd te smalle stoepen van de boulevard Bonne Nouvelle. Het aanbod aan restaurants is op eenzelfde wijze divers te noemen.
Echter is er maar één boulangerie. U weet wel, een ouderwetse bakker.
Niet dat ik exotische keukens en hipsterige biozaakjes slecht waardeer, maar als naar Parijs geëmigreerde Nederlandse persoon stel ik op zijn tijd een klassieke baguette als sandwich voor de lunch wel op prijs.
Indien ik de broodjesketens wil mijden is er dus die boulanger – waar het personeel niet eens bijzonder vriendelijk is – de enige uitweg naar een non-conceptueel hapje.
Daarentegen tel ik zoal vijf bageltentjes.
(Mogelijk merkt u hier een subtiele aanloop op naar een lichtelijk reactionair, anti-Amerikaans betoog. Maar ik vraag u toch even vriendelijk verder te lezen.)
Om meteen maar duidelijk te maken: ik ben niet tegen Amerikanen, de Amerikanen zijn wat ze zijn en daar is veel over te zeggen. Mààr: ik neem bij mezelf een lichte irritatie waar bij Fransen die Amerikaan lijken te willen zijn. En om maar aan te geven dat het hier niet om een nichetrendje gaat, wil ik maar even alarmeren dat heel noordoost Parijs in een mini-New York aan het veranderen is. Want wat is er aan de hand?
Het is u vast niet ontgaan dat Europa een beetje de weg kwijt is. En Frankrijk weet al helemaal niet beter, met een president die Hollande heet en waarvan Londen de vijfde Franse stad is qua inwoneraantal. Wat blijkt: in al dit gedoe blijkt dat Fransen zonder enige ironie de trend volgen van alles wat Amerikaans is. En omdat de Fransen eten belangrijk vinden, merkt men dit als eerst aan de restaurants.
Vind maar eens een onlangs geopend restaurant dat niet een sobere, stoere decoratie heeft met gekunstelde “brick wall”. Het eten wordt er doorgaans op een dienblaadje met bruin papier geserveerd, voor een “onverwacht” effect. (In het Frans heet dit: décalé.) Verder kan ik ook noemen dat velen van mijn collega’s voor lunch naar de MacDonalds gaan en dit geheel normaal vinden.
Maar ook op het werk is deze trend voelbaar. Het webbedrijfje waar ik voor werk doet graag mee aan alle voorbijwaaiende trends. Mails die aan de hele organisatie worden gestuurd zijn altijd in slecht Engels geschreven, “omdat het een internationaal bedrijf is” (er bevindt zich één belangrijke Britse persoon in de hierarche die geen Frans spreekt en daarmee is hij onze enige Engelse monoglot). We komen verkleed op werk met Halloween en onlangs zijn er in de gangen posters opgehangen met leuzen als “Whatever the problem, be part of the solution”. Inspirerend.
Ondertussen staat men in lange rijen voor de expositie Jeff Koons.
Goed, dat is niet alleen in Frankrijk. Maar andere Europese landen zijn dit stadium toch al weer een beetje voorbij en weer teruggekeerd naar nationale trots. Echter, in Frankrijk lijkt deze Angelsaksische trend nog recent en op een aandoenlijke manier intens. De reden hiervoor is denk ik: de voorgaande generatie Franse is altijd dusdanig tekeergegaan tegen de Engelsen, dat het klakkeloos overnemen van Engels/Amerikaanse gewoontes in de beleving van de jongere Fransoos iets rebels en moderns lijkt te zijn geworden. Men spreekt dus niet langer over numérique en courriel, maar over “digital” en “mail”. Oeh, vooruitstrevend!
Dat daar weinig creatief aan is, doet er voor de jonge Fransoos weinig toe. Woeste filosofische debatten in rokerige cafés rondom de boulevard Saint Germain behoren immers tot een ver verleden.
Goed, get over it, zou je kunnen zeggen. Niets zo onzinnig als op zoek gaan naar een tijd die niet meer bestaat.
Maar, wat ik dus jammer vind: de Fransen doen zichzelf hiermee te kort! Le petit Français lijkt toe te hebben geven dat de rest van de wereld Frankrijk vooral als mooi vakantieland ziet. Ondertussen beseft ie niet dat tussen alle Franse instituten, of het nu om de perfecte baguette gaat of de elitaire Ecole Normale Supérieure, nog best wel wat (her)bruikbaar potentieel ligt. Ik heb zelden zoveel intelligente mensen per vierkante meter ontmoet als in Parijs. Dat er zomaar twee van hen onlangs een Nobelprijs kregen, lijkt me eerder een logisch resultaat van een bepaalde situatie dan pure toeval. Een beetje meer geloof in eigen creativiteit moet vast heel wat moois kunnen voortbrengen.
Et voilà, deze import-Parisienne blijkt zichzelf al te ontpoppen tot een ware chauviniste.
Julia Fortuin (1982) woont en werkt in Parijs. Haar blog bisesdeparis.com is een verzameling van anekdotes en observaties die voortkomen uit haar pogingen tot integratie in het Parijse bestaan. Julia’s blogs worden tevens gepubliceerd op de website Nederlanders.fr.
4 Reacties op “Petit New-York”
Door peter hagtingius op 18 dec, 2014
Ook ten plattelande grijpt de gevreesde Amerikanisering om zich heen. Iets van 15 km verderop was er ineens een McDo. Consequentie: nu al 2 klassieke ‘routiers’ op de fles. Je kon er lekker en ‘ouderwets’ eten tegen een schappelijke prijs. Staat tegenover dat 7 jongeren na jaren werkloosheid nu een baan bij die McDo hebben.
Door julia fortuin op 18 dec, 2014
En die 7 aan de bak geholpen jongeren wegen al op tegen de 2 gesloten ‘routiers’? 😉