Boomers en millennials

16 jan, 2020 Onderdeel van proses

Column (in briefvorm) door Peter Hagtingius en Julia Fortuin

Dag Julia,

Ha! Jij bent dus ook zo’n ‘millennial’ die even de vloer denkt aan te vegen met wat heden ten dage blijkbaar een ‘boomer’ heet. Mooi zo.

Ik had nog nooit van ‘boomer’ gehoord. Maar ik heb gelezen (ik lees nog, ik heb er zelfs een bril voor) dat die Van Dale, de zelfbenoemde woordenboekensire van de polderdelta,  publiciteit scoorde met ‘boomer’ als Woord van het Jaar. Ik vermoed een louche competitie met een doorgestoken kaart-jury. Van Dale krijgt natuurlijk geld als Heineken zo meteen Boomerbier lanceert. Mij wordt gelukkig nooit iets gevraagd, maar de selectie van zo’n Woord zou ik overlaten aan een herdershond met gespitse oren.

Goed, ik ben dus kennelijk een ‘boomer’. Bedoeld als scheldwoord, maar qua klank slaapverwekkend, zoals alle gezeur van jouw generatie. Er zou me als soixante-huitard iets te verwijten zijn? We hebben achterlijk autoritaire machtsstructuren onderuit geschoffeld, we hebben voor jou en die andere ‘millennials’ het pad gebaand voor een draaglijk bestaantje, niks kerk en staat: vrijheid. En dan nu een beetje klagen? Staat gratitude niet in de Larousse?

God en/of Allah zij dank is er nu boos volk. Dat ‘effe dimmen’ zegt tegen de financieel afgevulde Rothschild-bankier bij jullie in het Élysée, zo’n D66-achtige grachtengordeliaan in de zwak vertolkte theaterrol van De Verlosser die ons De Weg denkt te wijzen. Iemand die bij wijze van ‘gebaar’ van z’n presidentiële pensioen afziet in de hoop zo een pensioenstaking van ‘het volk’ te breken, heeft een stuk of wat afslagen gemist. Of de verkeerde spindoctors ingehuurd, wat ook niet op een Nobelprijsje zou duiden. Dat jullie metro nu niet tuft, is zijn schuld. En waar staat geschreven dat je zo nodig in Parijs moet wonen? Ik las gisteren (ja, alweer aan het lezen, erg hè, wat saai) het boek ‘De man in de Rode Mantel’ van Julian Barnes. Hij noemt jouw Parijs ‘een buitenwijk van Frankrijk’. Zo kun je het zien, alleen vind ik dat Frankrijk niet bestaat. Die lui in Bretagne zijn allicht iets minder vreemdsoortig dan jullie Parijzenaars, of die halve Vlamingen in Lille, maar en Provence koesteren we onze eigen opvattingen. Die deugen. Natuurlijk gaan we ons bij een bordje truffelbrouillade niet zitten afvragen of we de planeet schade berokkenen, doe ons gewoon nog een fles, het moet wel leuk blijven. Er kwam zo’n brief uit Parijs: dat we ons bos moeten slopen. Vanwege de aanleg van een parc photovoltaïque, honderdduizend zonnepanelen of zo ongeveer. Ik weet precies wat ‘lazer op! in het Provençaals is: fout le camp. Dat parc komt er dus niet. Je vindt ons vast slechte mensen. Enig idee van de milieuschade van dat populaire elektrisch rijden? Wij wel. Ik doe mijn superzuinige dieseltje niet weg. Dat stofzuigt namelijk meer fijnstof op dan het uitstoot, aldus recent wetenschappelijk onderzoek.

Je maakt me uit voor een ‘gezegende babyboomer’. Nou, ik ben tegen baby’s, het enige écht eventuele milieuprobleem is de overbevolking, en een pensioen heb ik niet. Gewoon (door)werken is toch voor iedereen het beste? Jullie subsidie-generatie zeikt alleen maar over werkstress en is nooit verder gekomen dan hipsterherrie. Waar zijn jullie Beatles, qua cultuurbijdrage?

Frankrijk bestaat niet. Als jullie in die ‘buitenwijk’ wanhopig modern willen doen, ga je gang. Laat ons betijen in wat je ongetwijfeld ziet als een openluchtmuseum. Dat bevalt ons goed. Jullie komen elke zomer even afkijken hoe dat ook alweer moet, ‘gezegend’ leven. Noemen jullie ‘zen’ geloof ik?

Peter Hagtingius  

.   

Dag Peter, boomer,

Dat ‘boomer’ is natuurlijk een beetje flauw. Een term om ongeluk op de ander af te schuiven, vind ik toch wel. Want hoewel ik geen bijzondere sympathie jegens de generatie babyboomers bij mezelf constateer, moet ik zeggen dat dat afschuiven me best modieus lijkt geworden. De jongeren schuiven het af op de generaties boven hen, de generaties van boven vinden het jonge kroost sneu. In de provincie schuift men het af op de Parijzenaren en de Parijzenaren schuiven het af op de rest van de wereld. We vergeten haast dat we allemaal ooit jong zijn geweest, in de stad wilden wonen, of dat we ooit oud gaan worden. Want uiteindelijk zijn we allen een hopeloos product van onze tijd. Als ik nou iets hoop voor dit nieuwe decennium is het een einde aan dat verdelende geklaag. Waarom kunnen we niet zeggen: we hebben het met de maatschappij allemaal een beetje verprutst?

Je vraagt dankbaarheid voor vrijheid van kerk en staat, het voldongen resultaat van de soixante-huitards. Nou, bedankt hoor. Ik ben dan wel vrij, maar kan alleen goed rondkomen als ik een of andere bullshit job neem waarvan behalve winstoptimisering verder niemand begrijpt wat het aan onze wereld toevoegt. Ik ben dan wel vrij, maar van alles wat ik tegenwoordig onderneem ben ik me bewust van de CO2 die ik achterlaat, waarmee het einde-van-de-wereld-idee zich stilletjes aan heeft genesteld in het dagelijks leven. Ik ben dan wel vrij, maar omdat iedereen zo ongans met zichzelf bezig is, is elke relatie dusdanig vrij dat er weinig echte gezelligheid over is. Over de overbevolking hoef je je geen zorgen te maken: voor de bobo’s in Parijs is seks een leuk vermaak voor de zondagmiddag, zonder dat men zich in zijn partner hoeft te verdiepen, laat staan zich daarmee voort te planten. En als er dan toch al kinderen worden verwekt, dan toch wel kunstmatig en niet onvaak als alleenstaande. Soms denk ik wel eens: nog nooit hebben er zoveel mensen op aarde geleefd, en nog nooit waren we zo eenzaam.

En is dit allemaal onze schuld? Ja en nee. Wij konden er ook niets aan doen dat we opgroeiden in een tijdperk waar winstmaximalisatie het hoogste collectieve levensdoel was, en ‘succes’ het individuele. Want allejezus, dat was toch niet de droom die jullie voor ogen hadden, hoop ik. Was er nog maar een zondagmis waar ik me bij kon aanschuiven, waar ik eraan werd herinnerd dat ik niet zo verdomd belangrijk ben. Maar de kerk is nu not done, dus moet ik het maar van de mindfulness hebben.

Oud euvel maakt plaats voor nieuw euvel, daar kunnen ook de progressisten wel wat van leren. Het enige wat ik kan hopen, is dat al deze betrekkelijke ellende kan inspireren tot grote Kunst. Want ik geef toe, die Beatles, Mozart of Rembrandt zijn er momenteel niet. Misschien dat we net nog even wat meer moeten lijden, zodat we eraan herinnerd worden hoe ontzettend levend we zijn. Zou het daarentegen wel op prijs stellen als je, boomer die je bent, de zegeningen van je generatie telt. Want eerlijk, zou je met ons willen ruilen?

Julia

.

Peter Hagtingius is journalist en columnist in Zuid-Frankrijk. Van hem verscheen tevens onder het pseudoniem Peter Hooft de verhalenbundel Provençaalse Praatjes

Julia Fortuin is blogger en freelance schrijver. Ze werkt als project manager bij een Franse uitgever. Ze woont in Parijs.

Reageer