1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Met een giraffe door Frankrijk

28 mrt, 2020 Onderdeel van paysages

Column door Agnita de Ranitz

Kom Atir kom vertelt over een historische voetreis in 1827 met de eerste giraffe in Frankrijk. Op een dag luister ik naar een documentaire over Mohammed Ali, van 1805-1849 pasja van Egypte, en gouverneur binnen het Ottomaanse Rijk. Hij verbeterde landbouw en handel, liet Franse ingenieurs, architecten en kunstenaars opdraven en hielp zijn land, dat in erbarmelijke staat verkeerde, er weer bovenop. Zijn ambitie was echter niet alleen het land te moderniseren, hij wilde ook zijn territorium uitbreiden. Met sultan Mahmud II van Constantinopel viel hij Griekenland binnen. Omdat inmenging van het Franse leger zijn plannen om Athene aan te vallen wel eens kon dwarsbomen, bood de pasja de Franse koning Karel X een diplomatiek geschenk aan. In 1826 stond de pasja op het punt Athene aan te vallen en vond wel een heel opmerkelijk smeermiddel om de gemoederen te sussen. Hij stuurde per boot een giraffa camelopardalis naar Marseille. Het was de eerste giraffe in Frankrijk!

Toen ik dit hoorde stelde ik me de overtocht, de aankomst in de haven van Marseille en vervolgens de reactie voor van de bevolking die nog nooit een giraffe had gezien. Een auteur hoort meteen stemmen in zijn hoofd: ‘Heb je het gehoord?’ ‘Een monster is aangekomen in de haven.’ ‘Op die Italiaanse tweemaster onder Egyptische vlag.’ ‘Ze hebben een gat in het dek moeten maken, zo groot is die.’ ‘Je meent het!’ ‘Hij komt helemaal uit Afrika.’ ‘Het schijnt dat hij een enorme kop heeft en een bek met gevaarlijke tanden.’ ‘En een hals die hij om je heen kan kronkelen, tot je stikt.’ ‘Hij is huizenhoog!’ ‘Wat?!’ ‘Een monster, zeg ik je.’ ‘We moeten onze kinderen binnenhouden.’ ‘En onze vrouwen…’

Wat een prachtige historie, mijn gedachten slaan op hol. Kan ik iets met dit bijzondere verhaal? Hoe geef ik hier een eigen draai aan? Het wordt een vertelling over twee totaal verschillende mannen die de giraffe naar Parijs begeleiden en gedwongen 42 dagen met elkaar optrekken. De een is Etienne Geoffroy Saint-Hilaire, een vooraanstaand Franse zoöloog, katholiek en het mondaine leven kennende, de ander Atir, geboren in een Soedanees dorp, hulpje van een dierenverzorger, ex-slaaf en moslim. Ik kruip in de huid van deze twee mannen en geef ze ieder een eigen stem.

De zoöloog Saint-Hilaire bestudeert tekeningen van de giraffa cameliopardalis: beelden van een schepsel met een bult, lange manen op de rug en lange hals, kromme hoorns, stippen of schubben. Zijn voorganger, de naturalist Buffon beschreef het dier in 1787 in Histoire Naturelle: “De giraffe is een der fraaiste, voornaamste en grootste dieren, onschadelijk, maar tevens ook zoo weinig nuttig, als er ergens een dier zijn kan. De monstreuse wanschikkelijkheid van deszelfs beenen, welker voorste nog eens zoo lang zijn dan de achterste, belet het zelve, om zijne krachten te kunnen oefenen. Het lighaam heeft geen rechte houding, zijn gang is zeer waggelend, en zijne beweging langzaam en gedwongen”.

Ondertussen zit het ministerie van Binnenlandse Zaken met de handen in het haar. Hoe komt de giraffe naar Parijs? Per boot, om Gibraltar heen, langs de Franse kust tot Le Havre en dan over de Seine? Geen sprake van! De bootreis van Alexandrië tot Marseille is goed verlopen, maar opnieuw zo’n risico nemen, nee! Saint-Hilaire kent het al sinds generaties overgeleverde verhaal van de pantserneushoorn, een diplomatiek geschenk van koning Manuel van Portugal aan paus Leo X. Het schip, dat het dier vervoerde, raakte voor de kust van Italië in een storm terecht en is met man en muis vergaan. Over de rivieren? Wat te doen met al die sluizen? Te gevaarlijk om met een telganger steeds op en van de boot te stappen! Te voet? Uitgesloten! Dat vreemde gedrocht zal vast geen honderd meter kunnen lopen.

De giraffe overwintert in Marseille en de korte wandelingen, die Atir met het dier in en zelfs rond Marseille maakt, worden tot ieders opluchting steeds langer. Het besluit valt tenslotte om te voet te reizen. Ondanks zijn slechte gezondheid, staat Saint-Hilaire erop zélf de bijna 900 kilometer lange tocht te maken om de giraffe naar de koning in Parijs te brengen en arriveert enkele dagen later in Marseille.

Hij weet een postroutekaart te bemachtigen en stippelt een traject uit. In plaatsen die de karavaan aandoet moeten gendarmes van de verschillende districten worden opgetrommeld, geschikte herbergen gezocht. Is er geen stal van vier meter? Dan maar het dak lichten of een nieuwe bouwen! Er moet voldoende voedsel mee voor de dieren en koeien voor melk van de giraffe. Ze drinkt wel 25 liter per dag. De koude mistral kan waaien, wat te doen als het onweert en bliksemt? Saint-Hilaire verzint wat op de regen: een jas voor de giraffe, vervaardigd van dat nieuwerwetse materiaal Mackintosch! Na het treffen van al de voorbereidingen, vertrekken ze uit Marseille op 20 mei 1827.

Een bont gezelschap van dieren en begeleiders reist over wegen, door dorpen en steden, geflankeerd door een niet te stuiten mensenmassa die van heinde en verre het ‘vriendelijke monster’ komt bewonderen. Ze doorkruisen Aix-en-Provence, Avignon, Orange, Vienne en Lyon. Volgens de plaatselijke krant stromen in deze plaats zo’n dertigduizend mensen toe. Mâcon, Chalon, Avalon… Overal is het enthousiasme over de giraffe groot en er ontstaat een ware giraffengekte. Klokken en kandelaars, inktpotten en tabaksdozen verschijnen in de handel met een afbeelding van het opmerkelijke dier. Er komt een giraffenmode, met geborduurde stoffen, dassen, hoeden en kapsels. Schrijvers uiten zich in hoogdravende gedichten, liederen en burleske kluchten.  Hoe vergaat het Saint-Hilaire en Atir, deze totaal verschillende mannen, tijdens hun zware reis?

Het schrijven van Kom Atir kom: In Frankrijk bestudeer ik archieven, correspondentie, verschillende studies en lees plaatselijke kranten met ooggetuigenverslagen. Een van de leukste kanten van het schrijven is het uitvogelen van historische en sociale gegevens, proberen een juist tijdsbeeld te scheppen: architectuur, vervoer – de eerste stoomboten varen op de Saône – kleding, goed wijnjaar (voor de kenners: Châteauneuf-du-Pape uit 1815). Zelfs het weerbericht heb ik kunnen achterhalen, het was die winter in Marseille uitzonderlijk koud voor de arme Atir. Als schrijver moet je overal op letten. Ik had het eerst over tubes verf. Toen las ik dat ruim 10 jaar later, het patent was verkregen. Voor die tijd bewaarden ze pigmentpoeder in varkensblazen, met een stukje vlier dichtgebonden.

Om me helemaal in de tocht in te leven, treed ik in de voetsporen van de giraffe en volg dezelfde route van Marseille naar Parijs die zij met Saint-Hilaire en Atir in 42 dagen lopend aflegde. Het was in dezelfde tijd van het jaar, maar over een periode van 10 dagen en grotendeels per auto. Ik kijk door de ogen van Saint-Hilaire en Atir en trek door de Provence, de Rhônevallei, de Bourgogne en de Morvan. In steden kom ik langs historische monumenten en zoek plekken waar ik scènes van het fictieve verhaal laat afspelen. Ik kan zo de natuur in me opnemen, afstanden inschatten en stadspoorten opmeten om te zien of de giraffe er wel met gestrekte hals onderdoor kon. Zo mogelijk overnacht ik in dezelfde herbergen als het gezelschap, zoek de stallen waar de giraffe stond en waar Atir en de andere begeleiders in het stro sliepen. En ineens ontdek ik achter een hotel in Mâcon, waar ik me in dezelfde kamer als Etienne Saint-Hilaire waan, luchtgaten voor de giraffe, bovenin een vier meter hoge staldeur! Tenslotte trek ik naar Kenia om dit merkwaardige dier in haar natuurlijke omgeving beter te leren kennen. In het Giraffe Centre in Nairobi krijg ik de kans giraffen van top tot teen te bestuderen.

Het schrijven van mijn verhaal tot roman was een groots avontuur. Ik heb er zelf heel veel plezier in gehad. Zal Kom Atir kom opnieuw een giraffengekte teweegbrengen? Trek nu uw wandelschoenen aan, ik wens u allen een goede reis met de giraffe door Frankrijk.

.

Agnita de Ranitz studeerde kunstgeschiedenis en egyptologie aan de Ecole du Louvre en de Sorbonne in Parijs en was werkzaam in het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Na haar huwelijk ging zij in Frankrijk wonen. Ze is actief als gemeenteraadslid in haar woonplaats l’ Étang-la-Ville. Haar grote passie is schrijven. Enkele van haar korte verhalen zijn in bundels opgenomen. Haar debuutroman De vrouw op het perron (Uitgeverij Brevier), verschenen in 2016 en werd goed ontvangen. Haar tweede roman Kom Atir kom verscheen tijdens de Boekenweek van 2020, bij Uitgeverij De Brouwerij | Brainbooks. Voor meer informatie: https://agnitaderanitz.com/

  1. 2 Reacties op “Met een giraffe door Frankrijk”

  2. Door Renee op 21 nov, 2021

    Wat enig om te lezen hoe je deze uitdaging en tocht hebt ondernomen..ik vind t heerlijk ..ben benieuwd naar je boek!
    Liefs

  3. Door Agnita de Ranitz op 22 nov, 2021

    Dag Renée,
    Voor een auteur is het altijd erg leuk een reactie te krijgen. Heel veel dank! Naast mijn historische roman ‘Kom Atir kom’ over de tocht van de eerste giraffe van Frankrijk schreef ik onlangs het reisboek ‘In de voetsporen van Zarafa’ waarmee ik de lezer meeneem op de route. Mijn column en een recensie staan ook op deze site.

Reageer