Auprès de ma blonde
29 apr, 2022 Onderdeel van proses | Geen reacties »Column door Caspar Visser ‘t Hooft
Weten jullie nog wat het rampjaar was? Dat was het jaar dat ons kleine landje – oftewel onze Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden – van alle kanten werd aangevallen. Door Engeland die het op onze vloot had voorzien, door het machtige Frankrijk van Lodewijk XIV en door de bisschoppen van Munster en Keulen. De Franse legers trokken op 12 juni 1672 bij Lobith de Rijn over, wat hen toegang verschafte tot ons grondgebied. Een triomftocht! – totdat ze op de waterlinie stuitten (Muiden, Woerden, Gorkum). De polders die we, ten einde raad, onder water hadden gezet, nadat we de dijken hadden doorgeprikt, hielden de Fransen tegen. Waarna we met onderhandelen begonnen. We hadden geluk, Michiel de Ruyter had kort tevoren de Frans-Engelse vloot bij Solebay zo niet verslagen dan toch flink geteisterd, en dat versterkte onze onderhandelingspositie. Gevolg: de Fransen trokken zich terug. Wij slaakten een zucht van verlichting, want het had er wel erg beroerd uitgezien! Het volk was redeloos geweest (ze hadden uit pure ellende de gebroeders De Witt afgeslacht), de regering radeloos en het land reddeloos. Niet dus! – en twee jaar later waren we alweer sterk genoeg om een vergeldingsactie op touw te zetten. De vloot van admiraal Tromp deed een aanval op twee eilanden voor de westkust van Frankrijk: Belle Isle en Noirmoutiers. Niet dat deze actie nu zoveel consequenties had, op militair net zomin als op politiek vlak, maar onder de krijgsgevangenen die we bij deze inval maakten bevond zich een zekere André Joubert du Collet. En deze André Joubert du Collet is de auteur van een van de meest bekende, meest gezongen Franse volksliedjes: Auprès de ma blonde.
Lees verder »