27 mrt, 2023 Onderdeel van politiques | Geen reacties »
Column door Caspar Visser ‘t Hooft
Meelopen in een protestmars tegen de invoering van de nieuwe pensioenwet? Ik deins er niet voor terug. Niet dat die wet voor mij persoonlijk consequenties heeft. Ik heb een beroep dat mij fysiek en moreel niet sloopt. Ik werk niet alleen om geld te verdienen. Ik heb plezier in wat ik doe, ik ga daarom graag tot na mijn tweeënzestigste door. Nee, ik loop mee uit solidariteit met hen voor wie het optrekken van de pensioengerechtigde leeftijd – van 62 naar 64 jaar – een echte tegenslag is. Want dat is het voor veel Fransen. En wat even hard aankomt is de vermeerdering van het vereiste aantal werktrimesters voordat aanspraak kan worden gemaakt op het volle pond: 172 trimesters in plaats van 168. Maar ik moet toegeven dat deze solidariteit gaandeweg is aangevuld door een ander motief: het wordt hoog tijd dat president Macron eens flink wordt aangepakt. Peilingen hebben aangetoond dat tachtig procent van de Fransen de wet afkeuren. De vakbonden, meestal verdeeld, zijn voor het eerst sinds onheuglijke tijden unaniem – unaniem tégen. En onlangs bleek dat zelfs in het parlement de wet niet op een meerderheid kon rekenen. Maar Macron wilde de wet er kostte wat kost doorduwen, reden waarom zijn regering gebruik heeft gemaakt van een artikel in de grondwet – het beruchte artikel 49.3 – die het de regering mogelijk maakt de mening van het parlement aan zijn laars te lappen. Een motie van afkeuring in het parlement was het onmiddelijke gevolg. Hij werd bij gebrek aan slechts negen stemmen – op de 577 – verworpen. Toen een paar dagen later president Macron op het middagjournaal een betoog hield waarin hij niet het minste begrip toonde voor wat er onder de Fransen leeft, en hij voet bij stuk hield, was dit aanleiding tot een, inmiddels negende, protestgolf. Volgens de vakbonden gingen in heel Frankrijk meer dan drie miljoen mensen de straat op, volgens de politie 1,3 miljoen. Ook in mijn stad hadden nog nooit zoveel mensen in de optocht meegelopen. Mensen van allerlei pluimage, arbeiders, verpleegsters, leraren… Een feestelijke stoet met vlaggen, balonnen, spandoeken. Fluitjes, toeters, ratels, rotjes. Ik praat wat met een bloemiste, die naast me loopt – en plotseling voel ik een hand op mijn schouder. Ik kijk opzij: het is Jean-Pierre.
Lees verder »