1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

De ontbrekende steen

13 jul, 2009 Onderdeel van pensées

Column door Frans Willem Verbaas

Overal kom je ze tegen in Frankrijk en Italië, mijn favoriete vakantielanden. Ze tooien de steden, maar je vindt ze soms ook in dorpen die nog geen duizend inwoners tellen. Adembenemend zijn ze, van binnen nog meer dan van buiten, maar ze vervullen me ook met onbehagen. Wat bracht de middeleeuwers er toe om van die gigantische kathedralen en basilieken te bouwen? Wilden ze er God mee eren, of vooral zichzelf? Toch kan ik nooit aan zo’n kerk voorbij gaan. Ik moet er naar binnen om te proeven van het schemerige licht en de eeuwenoude ruimte. Hoe leger het interieur, hoe mooier ik ze vind. Maar zelfs in de leegste kathedraal laat het onbehagen me niet los. Ik mis er de menselijke maat, en de nederigheid die Christus verkondigde. 

Daarom denk ik, als ik in zo’n enorme kerk ronddwaal, altijd aan het verhaal van John, mijn zwager. John is de zoon van een Italiaan die trouwde met een Amerikaanse vrouw, vandaar zijn voornaam. Mijn zus nam hem mee van de Italiaanse Rivièra naar een Hollandse polder, vandaar onze familieband. John vertelde me eens hoe in de Tweede Wereldoorlog zijn vader en diens twee broers werden opgeroepen voor het leger. Hun moeder dacht dat ze gek werd, zou ze haar drie zoons ooit terug zien? In haar wanhoop deed ze een plechtige eed aan Maria: als haar zoons levend thuis zouden komen, zou ze hen laten dopen. Dat dat nooit was gebeurd, kwam door haar man. De grootvader van John had het niet zo op God, en al helemaal niet op zijn roomse zaakwaarnemers op aarde. Hij had zijn zoons dan ook bewust geen christelijke namen gegeven.

Eindeloos opgelucht was Johns grootmoeder toen haar zoons na de oorlog alle drie levend terugkeerden. De littekens op de broodmagere lijven van Mabo en Ferio, die door de Russen krijgsgevangen waren gemaakt, vertelden over de verschrikkingen die ze hadden doorstaan. Astro keerde terug met een ongeschonden lichaam, maar met een hart vol nachtmerries. En of de jonge veteranen en hun vader wilden of niet, de drie moesten zich laten dopen, want de wil van een Italiaanse moeder is nu eenmaal heilig.

De parochiepriester wist niet goed raad met het ongebruikelijke verzoek. Hij raadpleegde zijn bisschop en deze liet weten hij de bijzondere doop zelf wel wilde verrichten in de kathedraal van Genua. Maar dan moesten de drie eerst te biecht gaan om een streep te zetten onder hun oude, ongedoopte leven. Mabo, de latere vader van mijn zwager, en Astro maakten daar geen probleem van; zij gingen dezelfde week nog bij de parochiekerk in de buurt langs. Maar Ferio was koppiger. Wat had zo’n roomse zwartjurk met zijn persoonlijke leven te maken? Telkens stelde Ferio de biecht uit, tot hij op een hete dag koelte zocht in een kerk en daar een oude priester tegenkwam. Hij legde uit wat er aan de hand was en vroeg of hij kon biechten, ja nu direct. Dan was het maar gebeurd, dacht Ferio. ‘Wat hebt u te melden?’ vroeg de priester even later in het biechthokje.

‘Waar wilt u dat ik begin? Ik heb dit nog nooit eerder gedaan.’

‘Beperkt u zich maar tot uw grootste zonden.’

‘Zet alles dan maar op de lijst.’

‘Pardon?’

‘Luister, ze hebben me de oorlog in gestuurd. Dan maak je alles mee wat God verboden heeft. Zet gewoon alles maar op de lijst.’

Er viel een stilte in het biechthokje. Uiteindelijk zei de oude priester met zachte stem: ‘Ik begrijp het, we zetten alles op de lijst.’ En hij gaf Ferio de absolutie.

Korte tijd daarna verzamelde de hele familie zich in een zijkapel van de kathedraal van Genua. In vol liturgische ornaat voegde de bisschop zich bij het gezelschap. De bisschop groette eerst de ouders. De moeder had haar zedigste jurk aangetrokken, de vader droeg bij wijze van uitroepteken achter zijn politieke voorkeur een vuurrode stropdas. De bisschop kon het niet laten om hem nog even terecht te wijzen. ‘Weet u dat u een groot risico heeft genomen door uw zoons niet te laten dopen?’

De vader trok zijn stropdas recht en zei: ‘Weet u dat ik hier eigenlijk helemaal niet wil staan? Voor mij hoeven mijn zoons helemaal niet gedoopt te worden. Maar mijn vrouw heeft dat nu eenmaal beloofd.’

De bisschop keek de vader een moment peinzend aan en drukte hem toen de hand. ‘Ik begrijp het,’ mompelde hij. En onder het toeziend oog van een marmeren Maria doopte hij Mabo, Ferio en Astro.

Ze houden geen zich aan geen enkele menselijke maat, die kathedralen en basilieken. Maar in de loop der eeuwen hebben ze onderdak geboden aan mensen van vlees en bloed. En onder de geestelijken die er gewerkt hebben, waren wijze en milde mannen. Daarom neem ik die tot een verhaal gestolde familieherinnering van mijn zwager altijd mee, als ik zo’n kerk binnen ga. Dat verhaal is voor mij de ontbrekende steen die zelfs de grootste kathedraal in een huis van God kan veranderen.

Frans Willem Verbaas is predikant en schrijver. Hij is de auteur van “Sneeuw in Afrika” (Mozaiek, 2006 – inmiddels in tweede druk) en “Engelenwoede” (Mozaiek, 2007). Deze zomer verscheen van hem een roman over het leven en werk van Calvijn getiteld “Heilig vuur” (Mozaiek, 2009). Frans Willem Verbaas is een veelbelovend auteur. Hij beheerst volop het genre van de historische roman. “Heilig vuur” doet in sommige opzichten denken aan “Het vijfde zegel” van Vestdijk. 

  1. 1 Reactie op “De ontbrekende steen”

  2. Door Maurits Dolmans op 5 sep, 2009

    Een mooi stukje, maar ik ben het toch niet helemaal met de schrijver eens:

    Zo’n Kathedraal is helemaal niet bedoeld om de menselijke maat te verbeelden, maar juist de Goddelijke Maat. “A Sacred geometry”. Daarom zijn ze zo prachtig. Luister eens naar de werkelijk onovertroffen en inspirerende Malcolm Miller (leeft hij nog?) over de Divine Proportion” in Chartres. Phi (de Fibonacci Reeks, de Gouden Regel) is zowaar overal, in de archtectuur en de roosramen. En dit is de echte symboliek: ook het menselijk gezicht en het menselijk lichaam weerspiegelt die Goddelijke Maat. Een interessante gedachte om op door te borduren..

Reageer