Zelfbedieningsbistrot
8 dec, 2009 Onderdeel van paysagesColumn door Dick DijsPhilippe, de laatste kroegbaas van Saint Paul à Champ, is vlak voor zijn 88ste verjaardag dan toch eindelijk maar eens overleden. Hij hoefde niet meer van zijn drankomzet te leven, maar hij had nog wel steeds schik in zijn werk. Want er kwamen mensen over de vloer, hij hoorde allerlei nieuwtjes en vooral ook de allerlaatste roddels en hij kon zonder enig schuldgevoel nog maar weer eens een glaasje tot zich nemen. Als tot afronding van de begrafenis zijn nagelaten flessen massaal en met stijgend enthousiasme worden geledigd, beseffen de gasten dat zij nu toch ook hun kroeg en dus hun dagelijks ontmoetingspunt hebben verloren. Hebben verloren? Nou, nee….. niet onmiddellijk.
Op alles is wel een oplossing te vinden
Jacques meldt zich spontaan als redder in de nood. Als hij nou eens, voorlopig, zeg de komende twee weken, vanaf vijf uur ’s middags de bar bemant, dan kan het sociale leven van de zeg twintig mannelijke dorpsbewoners toch gewoon worden voortgezet! Prima idee, Jacques! Proost! Iedereen toont zich opgelucht, niet beseffend dat de gendarmes wel eens functioneel langs kunnen komen om tijdens het meedrinken van een glaasje langs hun neus weg te informeren wie nou eigenlijk de schenkvergunning heeft. Maar nog voordat dat gevaar zich voordoet, dient de oplossing zich al spontaan aan. Op de twaalfde dag is Jacques om vijf uur nog even niet op zijn post. Hij heeft de deur niet op slot gedaan, Dominique en Alain bedienen zichzelf, leggen het geld op de zinc et voilà: het kroegprobleem is het dorp uit! ’s Avonds wordt geopperd van de bistrot een zelfbedieningstent te maken. Een week later is alles geregeld. Jacques koopt in en beheert de kas en de voorraad, Jacqueline en Madeleine houden, keurig volgens het oude rolverdeling, de boel schoon en Guy doet de boekhouding. Wie dorst heeft, schenke zichzelf in. De rode wijn staat onder de bar, de witte en de rosé vullen de koelkast, de limonadesiropen blijven gewoon op de plank, net als de zakjes chips en de pinda’s. De spelregels zijn provisorisch op een muur gekrijt. De betaling van de consumpties is eenvoudig: het drinkgeld wordt gepast in een voormalig kerks offerblok gestort. Wie even geen geld bij zich heeft, turft zijn schuld op een schoolbord. Alles loopt gesmeerd. Het is of Philippe nog bedient.
En ’t ging nog jaren goed
Totdat de gendarme langs komt, dorstig en in functie. Alles goed en wel, slim bedacht allemaal, maar uh…., er is geen dranklicentie, dus de tent is illegaal en moet daarom worden gesloten. Ja, doe nog maar een glaasje. Wij zijn het niet die daarover beslissen, maar echt, de deur moet definitief op slot. Nou ja, niet direct, maak eerst de voorraad maar op en dan komen we nog wel eens langs. Maar weet dat dit alles niet volgens de wet is, dus….. Boekhouder Guy komt een week later met de ultieme oplossing op de proppen. Allez, les gars, we richten een vereniging op, die huurt de kroeg van Nicole (Philippes weduwe), we noemen het ons clubhuis en we kunnen doen wat we willen. Zo is het met deze zelfbedieningsbistrot jaren goed gegaan. De gendarme kwam nog wel eens langs om, behalve een glas te proeven, eerst te vragen en later te eisen de kroeg om middernacht, het officiële tijdstip, te sluiten. Maar de drinkers waren besloten bijeen en hoefden zich in hun clubhuis van klok noch gendarmerie iets aan te trekken. Er was op termijn één probleem: het ledenbestand stierf allengs uit. De klantloze dagen regen zich aan een. Een jong paar deed Nicole een bod, moderniseerde het etablissement, breidde het uit met een restaurant en bracht daarmee ook voor buitenstaanders leven in de brouwerij. Ook gezellig, maar wel anders.
Dick Dijs woont in Frankrijk. Hij is de auteur van “Wonen naast God” (ondertitel: “Versnaperingen voor fijnproevers van het Franse platteland”), Leonon Media, 2007. Een vrolijk, geestig boek. Een fijne kijk op een stuk Frankrijk dat niet weg te regelen is. Voor meer: www.dickdijs.nl
1 Reactie op “Zelfbedieningsbistrot”
Door Henri Bik op 10 dec, 2009
Leuk verhaal, ja een ‘sociëteit’ kan heel gezellig zijn.
Hier in dit stadje is er een officiéle ‘club des anciennes’ met een ‘salle des anciennes’ waar de senioren de krant lezen, domino spelen en de plaatselijke probemen oplossen.