1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Nationaliteit: namen plus rugnummers

7 feb, 2013 Onderdeel van politiques

Column door Peter Hagtingius 

Toen Gérard Depardieu zogenaamd Rus in België werd en ook Brigitte Bardot (1934) naar Moskou dreigde over te lopen (uit protest tegen een spuitje voor oude olifanten in de dierentuin van Lyon die misschien helemaal niet ziek waren), begon ik er weer over: hoe zou ik van mijn Nederlanderschap af kunnen? Om van dit regelmatig terugkerende gezeur af te zijn, zei mijn vrouw: ´bel Poetin even´. Je hebt mensen als ik die zich over van alles en nog wat opwinden. Het gaat eigenlijk nergens over, maar ik vind het om duizend en één redenen erg dat ik als Nederlander in de boeken sta. Ik ben niet van Oranje, nooit geweest ook, wat ik me overigens pas realiseer sinds ik het oude vaderland een kwart eeuw geleden definitief de rug toekeerde. Een salade Niçoise is vele malen lekkerder dan boerenkool. 

Een jaar geleden of daaromtrent, toen het zelfs in de Provence onbehaaglijk fris en binnen blijven dus het beste was, besloot ik tot een onderzoekje: hoe zou ik van mijn Nederlandse paspoort af kunnen komen? Ik weet nu: dat gaat zomaar niet. Ik zou het op marktplaats.nl te koop kunnen zetten. Maar dan zit Justitie je meteen achter de vodden. Alsof die mensen niets beters te doen hebben. Ik raadpleegde een Haagse ambtenaar die me uitlegde dat er maar één oplossing denkbaar was: een andere nationaliteit regelen. Anders zou ik de rest van mijn leven als Nederlander genoteerd blijven staan, alleen maar omdat mijn ouders toevallig in Haarlem woonden toen ik aan de lange reis naar het hierna-nogmaals begon.

´Wat is dat eigenlijk, nationaliteit?´, vroeg ik mijn gesprekspartner die alle tijd van de wereld bleek te hebben. Ben ik nog steeds Nederlander omdat ik Willem Drees én Jantje Smit kan plaatsen? En Erasmus en Louis van Gaal? Ik weet meer van De Gaulle en ik kan de opstelling van OGC Nice zo opdreunen, desnoods midden in de nacht. Ik begreep dat dit niet uitmaakt. Nationaliteit is alleen maar een armoedig juridisch begrip, waarover je niets te zeggen hebt. Dat ik in de loop der jaren afkerig van het trieste Nederland en de hysterische inwoners van die polderdelta ben geworden, jammer dan, ik sta als Oranje-klant in de boekhouding van de internationale ambtenarij.

We praatten nog even door en ik kreeg uitgelegd dat het allemaal de schuld van nota bene de Franse kabouter Napoleon is. De uitvinder van de burgerlijke stand. Die wilde destijds al namen plus rugnummers. Ik hoorde van mijn dochter die tegen beter weten in naar Nederland is teruggekeerd dat ze een burgerservicenummer heeft. Ik herinner me dat ze op haar twaalfde een fiscaal nummer kreeg toegekend. Een kind van twaalf! Veel zieker kan het niet. Het onderhoud met die ambtenaar van Binnenlandse Zaken werd steeds gezelliger. Naast mijn telefoon stond een fles rosé. Hij informeerde of het me beviel, een bestaan in het louche Zuid-Frankrijk waar de corruptie zo ongeveer de norm is en waar niemand écht werkt. Of ik het geen schandaal vond dat Noord-Europa het zuiden van de financiële ondergang moet redden.

Ik schonk nog maar eens in. Uiteindelijk herhaalde hij zijn optie, een andere nationaliteit. Wilde ik misschien Fransman worden? Nee´, zei ik. Een tijd geleden misschien wel. Maar van de befaamde en door mij begeerde exception Française is bijna niks meer over. Frankrijk is zo bijzonder niet meer, geknecht door de regelfetisjisten in Brussel. Waar is de tijd gebleven dat een Franse premier kordaat vaststelde dat dit land zich niet ´door een of andere commissie in een of ander buitenland´ de wet laat voorschrijven? Ik legde uit dat ik helemaal geen nationaliteit wil. Dat ik een wereldburger ben die nu een paar jaar tijdelijk in Frankrijk verblijft. Op weg naar de volgende emigratie. Dat zou best eens Senegal kunnen worden. Of ik dus als ´stateloos´ door het leven wilde, vroeg de man in Den Haag. Hij had het gesprek even onderbroken om bij de automaat op de gang een bekertje thee te scoren. Ik had met ´m te doen.

Zijn suggestie sprak me aan. Stateloos! Maar zelfs aan de telefoon hoorde ik hem zijn wenkbrauwen fronzen. Ik zou eindigen als zwerver onder een brug, aangewezen op de soep van het Leger des Heils. Ik zou zelfs in een gesticht terecht kunnen komen. Het lot van de anarchist die overheden en boekhouders wantrouwt en die Napoleon véél verwijt. Ik wist me gewaarschuwd.

Een dag later, toen de zon weer scheen en de met rosé besprenkelde lunch van oesters, tonijnpasta en geitenkaasjes achter de rug was, vroeg ik me toch weer af: wat is dat eigenlijk, nationaliteit? Ook mijn vrouw, die overal verstand van heeft, bleef het antwoord schuldig.
Ze adviseerde: blijf nou maar gewoon zo´n stomme Hollander. Ik zei nog iets over democratie en mensenrechten. Er was zelfs in de huiselijke kring geen markt voor. Eénmaal in de boeken, voor altijd een fel Oranje-kaart. Dat ik gewoon het recht zou willen hebben om als een zigeuner -zonder papieren identiteit- over de wereld te zwerven, is volgens mijn vrouw én die vriendelijke ambtenaar een even verheven streven als kansloze ambitie.

Anders gezegd: forget it!

Peter Hagtingius woont in de Provence. Hij is hoofdredacteur van Côte&Provence

Reageer