1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Die Eu, de euro, dat gaat zomaar niet

20 aug, 2013 Onderdeel van plaisanteries

Column door Peter Hagtingius

Ik zie mijn geleerde neef zo vaak niet. Hij is verknocht aan Alkmaar, dat exclusief in de beperkte kring van bejaarde VVV-adepten enige bekendheid geniet vanwege die stompzinnige ‘touristtrap’ van een imitatie-kaasmarkt. Deze geldt ter plaatse als een cultureel hoogtepunt, dus dan weet je genoeg. En dat tragische Alkmaar haalde voor zover ik weet in 1573 voor het laatst het wereldnieuws. Iets met een beleg door de Spanjolen. Hadden die maar gewonnen! Zaten ze in Alkmaar nu lekker aan de tapas en de paëlla en hadden ze hun neus opgetrokken voor zo´n (k)liederlijk patatje oorlog en de vrijwel dagelijkse portie andijviestamppot. Ze hadden van heftige Spaanse wijnen en wijven genoten en ze hadden opgewonden van furieus voetbal kunnen smullen. Ze waren er niet toe veroordeeld het altijd zieltogende AZ een beetje sloom aan te moedigen. Woedende demonstranten onder leiding van Marianne Thieme hadden dan waarschijnlijk geëist dat het stierenvechten ook in Alkmaar verboden zou worden. Daar zou ik het trouwens wel mee eens zijn geweest.

Gemiste kans dus: die Alkmaarders hadden destijds natuurlijk opzettelijk van de belegeraars moeten verliezen.

Mijn neef en ik mailen en heel af en toe komt hij op visite in Zuid-Frankrijk. Omgekeerd bezoek ik hem nooit. De attractie van zelfs een flitsvisite aan de extreem overbevolkte vuilnisbelt annex gekkenhuis waar ik jammer genoeg geboren schijn te zijn, is minder dan nul. Heel misschien kom ik er nog een keer voor een begrafenis als het echt niet anders kan, maar in beginsel mijd ik het oude vaderland. De laatste paar keren dat ik er moest wezen, sprak ik af op Schiphol. ´s Ochtends heen- en ´s avonds terugvliegen. De lunch in het Hilton op die luchthaven is (of was althans) geen top, maar goed te doen.

Ik ben niet zo handig (to say the least) met moderne apparatuur en al zappend kom ik weleens terecht op Nederlandse tv-zenders. Dan kijk ik een paar minuten in totale verbijstering naar het Tros Muziekfeest op het Dorpsplein (of zoiets), of -zoals me in juli overkwam tijdens de Tour de France- naar Studio Sport met een cameraploeg in Bocht 7 op Alpe´d´Huez. Het zal wel niet ´comme il faut´ zijn, maar ik denk bij dergelijke beelden steeds dat het misschien helemaal niet zo´n goed idee was om in Nederland het algemeen kiesrecht in te voeren. Mijn grootvader heeft ervoor gestreden; hoe kon hij voorzien dat een meute in oranje gehulde debielen thans mede de samenstelling van de volksvertegenwoordiging zou bepalen? Opa, die ook fanatiek in onderwijs geloofde, moet het zich toch iets anders hebben voorgesteld.

Als mijn neef bij me over de vloer is, stelt hij in de eerste uren van zijn verblijf ‘toujours’ hetzelfde vast: dat ik verworden ben tot een beklagenswaardige, om niet te zeggen louche Zuid-Europeaan. Het is dan een uur of elf, ik heb hem van het vliegveld van Nice opgehaald, het lijkt me niet meer dan normaal dat ik dan (al bijna l´heure de l´apéro, nietwaar) in de dorpskroeg een Ricard bestel. Hij laat het bij een ‘café au lait’, een bestelling waarvan hij de misplaatstheid niet inziet. Al menigmaal heb ik Vanessa, de gérante, min of meer mijn excuses aangeboden. “Il vient d´arriver depuis Pays-Bas. Il est professeur. Mais il est gentil”.

´Quel tristesse´, mompelde ze de laatste keer terwijl ze hoofdschuddend naar de toog terugsjokte. Zo omstreeks het middaguur staat haar espressomachine stil.

Ondanks al zijn geleerdheid blijft mijn neef hardnekkig beweren dat wij Zuid-Fransen gewoon niet deugen. Lui en aan de drank. Weinig geneigd tot belasting betalen en ondertussen wél in Brussel onze hand ophouden als het geld in Frankrijk straks op is. Inmiddels al bijna klassieke verwijten.

Eerlijk gezegd luister ik met steeds meer voldoening naar zijn herhaalde betogen. Zo mag ik hem graag en treiterend voorhouden dat behalve Griekenland, Cyprus, Spanje, Portugal en Italië inderdaad ook Frankrijk op de fles is.

´Et alors…?´, voeg ik er dan met voldoening aan toe.

Meestal blijft het daarna even stil. Die EU, de euro, tja, dat gaat natuurlijk zomaar niet.

Na het kroegbezoek, zo tegen een uur of één, neem ik met mijn neef mee naar huis. Zijn ergste ´cultuurclash´ lijkt voorbij. Al wil het maar niet wennen dat ik op het café-terras allerlei mannen heb gezoend, mijn Marokkaanse vriend Bouchemar zelfs twee keer, omdat ik hem al twee dagen niet gezien had. Maar neef heeft dan in elk geval zijn verschrikkelijk Nederlandse fiets/wandelwindjack uitgetrokken dat hij op het toch niet echt frisse caféterras stug had aangehouden. Ook aan een tevergeefs ´sportief´ gedacht windjack herken je de tragiek van de Nederlander.

Zodra zijn koffer in de logeerkamer staat, heeft mijn vrouw een Provençaalse lunch gereed.

Niks bijzonders, we eten ´tussen de middag´ (wat een idioot begrip eigenlijk, je gaat er pas over peinzen als je met Nederlanders aan tafel zit die die term laten vallen) altijd vrij omvangrijk, althans naar de normen van het voormalige vaderland, voor zover we die nog kennen.

Een salade Niçoise ´light´ als voorgerecht, een koud knoflooksoepje, gamba´s à la plancha en een zoet Corsicaans kaastoetje bij de koffie. Mijn vrouw en ik deden er een glaasje ´marc de Provence´ bij, ik doopte er een sigaar in, ooit geleerd van mijn andere opa die de linksigheid van zijn collega-grootvader niet zo waardeerde. Het was maar een maandag, voor de rest van de week stond er pas echt wat spannends op het lunchmenu.

“ Broodje kaas nog, glaasje melk?”, vroeg mijn vrouw aan mijn neef. Ze is tamelijk begaafd als het erop aankomt Nederlanders uit te dagen. Maar ze houdt van mijn neef.

Nou, hij trok zich liever even terug, wijzend op de drie flessen rosé die bij de lunch soldaat gemaakt waren. Vooral door ons. In dat borreltje had hij al helemaal geen trek gehad; hij had er even aan geroken en was bijna in katzwijm gevallen. Ook goed.

Mijn vrouw en ik gingen gewoon aan het werk zoals altijd na drieën. Lui in Zuid-Frankrijk? Weleens geprobeerd na vijven iemand in Nederland te contacten?

Zo tegen zessen was mijn neef weer onder de mensen. Dat wil zeggen: bij ons.

“Mooie siësta gehad, neef?”

“We werken nog even door, als je het niet erg vindt. Maar straks, vanavond gaan we uit eten. Kijk ondertussen even rond in onze bibliotheek en laat onze honden uit”.

Omstreeks half tien legden we aan in het restaurant. Mijn neef vond het al wat laat. Wat heet, héél laat geworden, maar in onze omgeving is de Nederlandse regel van ´6 uur eten´ niet zo van toepassing, gelukkig maar.

We zaten in zo´n bijna sterren-restaurant, één dorpje verderop. We aten heel behoorlijk en mijn neef leefde op, ook omdat er in het vijf gangen ´surprise´-menu maar op kleine schaal met knoflook gewerkt was. Wat mijn vrouw en ik juist betreurden.

Toen kwam het eeuwige en typisch Nederlandse gezeur, om niet te zeggen gezeik: wie gaat dit betalen? Ieder de helft?

Mijn vrouw haalde haar creditcard uit haar tas en zei tegen mijn neef: “Ik betaal nu, jij straks, net als mijn pensioen. Brussel, de EU, regeltjes. We zijn heel blij met jullie noorderlingen die de rekening voor ons zuiderlingen oppikken. Merci voor een leuke avond.”

Mij neef verscheen de volgende ochtend tamelijk katterig aan het ontbijt.

Peter Hagtingius is hoofdredacteur van Côte&Provence

 

 

Reageer