1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Place d’Armes

30 jan, 2014 Onderdeel van paysages

Column door Rosemarijn Milo

Verkijk je er niet op. Als je zo langzamerhand bijna zeven jaar in Frankrijk woont is het nieuwe er een beetje af en de nieuwsgierigheid af en toe ook. Om vooral dat laatste op peil te houden moet je prikkelende dingen ondernemen. Yves en ik namen daarom deel aan een avondwandeling in een prachtig verlicht en herfstig Metz. Dankzij een buitengewoon inspirerende gids kwamen we veel nieuws aan de weet, terwijl we dingen die we toch al ettelijke malen hadden gezien voor het eerst ‘zagen’. Neem nu, bij voorbeeld, de Place d’Armes in het hartje van de stad, omzoomd door een van de lange kanten van de kathedraal aan de ene en het Hôtel de Ville aan de andere kant. De geschiedenis van dit plein is een uitgebreide studie waard maar ik bied je er een paar hoogtepunten van aan.

In de 18-de eeuw kwam overal in Frankrijk een golf van stadsvernieuwingen op gang, begonnen in Parijs. Metz had toen nog grotendeels zijn middeleeuws karakter behouden, een wirwar van straten en doodlopende steegjes. Er was duidelijk behoefte aan een groot centraal plein, zoals de Place Stanislas in Nancy, om de stad wat meer lucht en allure te geven. De toenmalige gouverneur van de stad, Belle-Isle, liet zijn oog vallen op de Place du Grand Moutier (‘moutier’, een verbastering van ‘monastère), aan de lange zuidzijde van de kathedraal. Toch was dit plein niet zonder meer bruikbaar, ingeklemd als het was door een klooster en aantal kerken die tegen de kathedraal waren aangebouwd. Belle-Isle begon met deze te slopen. Vervolgens kreeg de architect Blondel opdracht om het plein, wat wij nu zouden noemen, te gaan ‘herinrichten’. Gezegd kan worden dat Blondel daarmee wel erg ver is gegaan. Hij heeft er niet alleen het enorme Hôtel de Ville neergezet, een streng classicistisch gebouw met ronde arcaden, maar ook een hele reeks kleine gebouwtjes met dezelfde arcaden aan de overkant van het plein. Hij bouwde ze aan de kathedraal vast, en beroofde daarmee het gebouw van een van haar zij-ingangen. Het was geen fraaie ingreep. Vervolgens bouwde hij een imposante nieuwe hoofdingang voor de kathedraal, ook in een classicistische stijl die zich bepaald niet verdroeg met de bestaande gotische stijl van het gebouw. Dat zou nog te verdedigen zijn geweest als Blondel kans had gezien met de bouw van een nieuw bisschoppelijk paleis tegenover die hoofdingang een architectonische eenheid te vormen, maar daar stak de Franse revolutie een stokje voor. (Het half afgebouwde paleis doet nu dienst als overdekte levensmiddelenmarkt – een aanrader!)

Na de revolutie, in 1792, werd de place du Grand Moutier, die na de ingrepen de naam place de la Grande Église had gekregen, omgedoopt tot Plein der Wet, en in 1806 tot Place Napoléon; na Napoleon, in 1816, tot Place de l’Hôtel de Ville, en in 1871 – bij gelegenheid van de Duitse annexatie – tot Place d’Armes. De Duitsers hadden het plein bestemd voor hun troepenparades. En daarmee weerspiegelt het plein door zijn naamgeving dus een stuk van de geschiedenis van stad en land.

De gebouwtjes die tegen de kathedraal aanleunden, als winkels in gebruik, waren de Metzenaren toch wel zo’n doorn in het oog dat ze rond 1860 werden afgebroken. Maar daarmee was de kathedraal nog niet in haar vroegere luister hersteld. Dat nu hebben uitgerekend de Duitse overheersers aan het eind van de 19de eeuw gedaan. Eerst hebben zij de vernielde zij-ingang hersteld – daar staat nu het trots lachende Maria-beeld waarover ik eerder schreef – en vervolgens een nieuwe hoofdingang gebouwd die een uiterst harmonieus geheel vormt met de rest van de kathedraal.

De Duitse keizer Wilhelm II, onder wiens toeziend oog deze gehele operatie plaatsvond, heeft de Messins wel met een ongewenst geschenk laten zitten. Van de vier profeten wier beeltenis aan de voorgevel verscheen, kreeg Daniel de zeer goed gelijkende trekken van de keizer mee. Wat onze goedgemutste gids van die mooie najaarsavond in september niet vertelde vond ik later in een boek over de kathedraal. In de tweede wereldoorlog, tijdens de tweede annexatie, hebben de Duitsers opnieuw voor een verrassing gezorgd: ze hebben des keizers imposante snor laten verdwijnen, zodat Wilhelm-Daniel nu ‘clean shaven’ schuins op de Place d’Armes kan uitkijken.

Rosemarijn Milo is juriste, ze heeft in Nederland gewerkt als advocaat, daarna rechter. In 2006 is ze naar Frankrijk verhuisd, sindsdien is ze als tolk en vertaalster verbonden bij de rechtbank van Metz. Ook heeft ze een conservatoriumopleiding als celliste gevolgd. Ze geeft af en toe cellorecitals in kleine kring. Ze is de auteur van Brieven uit La Dominance (Boekscout, 2012), waarin ze over haar leven als Nederlandse in Frankrijk, en met name in de streek van Metz, schrijft. In 8Weekly staat een mooie recensie.

 

 

Reageer