1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Heller

18 feb, 2014 Onderdeel van proses

Column door Michael Berg

2013 was een merkwaardig jaar. Terwijl de boekenmarkt instortte, werden er meer boeken van mij verkocht dan ooit. Met dank aan De Gouden Strop voor Nacht in Parijs. Bizar.

Maar dat wist ik allemaal niet toen het jaar begon.

2013 zou een jaar worden om snel te vergeten, dacht ik. Een jaar zonder nieuw boek. Na drie maanden ploeteren had ik een half boek in de prullenmand gegooid. Een thriller met journaliste Chantal Zwart, de vrouw die al in 4 van lijn 5 de hoofdrol speelde. Maar ik liep vast. Of beter gezegd: ik verloor mijn interesse en had het gevoel dat ik mezelf herhaalde. Opeens was schrijven niet leuk meer.

Bij de uitgeverij zat een nieuwe uitgeefster spanning. Toen ik haar belde om het slechte nieuws te vertellen, verwachtte ik teleurstelling, ja mogelijk zelfs gedonder. ‘Wat krijgen we nou, meneer Berg? Dat hadden we niet afgesproken.’ Maar nee, het antwoord luidde: ‘Geen ramp. Dan schrijf je toch boek dat je echt wilt schrijven.’

En zo haalde ik Heller tevoorschijn.

Het plan lag al een tijdje op de plank. Een verhaal over een succesvolle televisieproducent die tijdens een live-interview op televisie in de problemen komt. Wat zijn probleem zou zijn? Geen idee. Was hij getrouwd, had hij kinderen, waar was hij geboren, wat was zijn karakter, hoeveel miljoen had hij inmiddels verdiend, hoeveel vijanden had hij tijdens zijn carrière gemaakt? Geen idee. Ik begon te schrijven. Van begin af aan wist ik dat het een totaal ander boek zou worden dan mijn vorige boeken. Wel spannend, maar geen klassieke thriller, geen rollercoaster van plotwendingen en perspectiefwisselingen, geen adembenemende achtervolgingen, geen bloedstollende geweldsscènes. Heller zou een caracter-driven boek worden, in tegenstelling tot de meeste thrillers die plot-driven zijn. Slechts één verteller, Tobias Heller, oprichter en eigenaar van de Heller Entertainment Factory die met zestig het stokje wil overdragen en dat bekend wil maken tijdens een marathon televisie-interview. Dat hij geïnterviewd wordt door een journaliste die zijn werk ooit ‘de strontbuis’ heeft genoemd, kan hem niet schelen. Heller is ijdel genoeg om in de studio plaats te nemen, maar dan pakt het interview dat een eerbetoon zou moeten worden heel anders uit dan verwacht.

Tot zover het verhaal in een notendop.

Tijdens het schrijven kroop ik iedere dag een beetje meer in het hoofd van Tobias Heller. De eerste dertig pagina’s herschreef ik al vrij snel. Het vertelperspectief moest worden gewijzigd. De derde persoon werd een eerste persoon. Ik ging rommelen met de tijd. Herinneringen, flashbacks, gedachten. Want als schrijver kun je je hoofdpersoon niet een heel boek lang aan tafel in een tv-studio laten zitten. Dus moesten er uitstapjes worden bedacht. Naar de jeugd van Tobias Heller in een mijnwerkerskolonie in Zuid-Limburg en naar een Grieks eiland waar hij een vakantiehuis bezit en waar hij een bijzondere zomer beleeft.

Het was alsof het boek zich vanzelf schreef, alsof ik op reis was. Precies waar ik naar op zoek was. Schrijven als avontuur. Niet dat het gemakkelijk ging. Er waren dagen dat ik slechts 300, 400 woorden schreef. Wat niet echt opschiet als je weet dat het uiteindelijk boek 120.000 woorden telt. Maar het gevoel dat ik met iets nieuws bezig was overheerste. Dit was de reden waarom ik ooit was gaan schrijven. De totale vrijheid om iets te creëren. Maakt niet uit waar je bent. Een computer en internet, en tikken maar.

We brachten de winter in de Var door. Een nieuwe werkkamer met een nieuw uitzicht. Het schrijven ging verder. Langzaam, maar gestaag. Toen ik op de helft van het boek zat, stuurde ik het manuscript naar de uitgeefster om te checken of ik op de goede weg zat. Haar antwoord: ‘Doorgaan. Ik wil verder lezen.’ Dat is het beste dat een schrijver kan horen. Tikken dus. Na de winter verhuisden we weer naar de Creuse. Het tikken ging verder. Nog steeds met kleine stapjes, maar als je lang genoeg blijft zitten bereik je uiteindelijk toch het einde.

September 2013 was het manuscript af. Daarna begon het schrappen en slijpen. En het zoeken naar de juiste cover. Was Heller nou een thriller of een roman en wat voor beeld hoort daarbij? Wie wilden we bereiken, de thrillerlezer of de romanlezer? Of allebei? Ik geloof niet dat je lezers zo eenvoudig in een hokje kunt stoppen, maar de boekhandel wil graag weten op welke tafel ze je boek moeten neerleggen. En dan is er bij de uitgeverij nog de afdeling verkoop die niet op de inhoud let, maar op de verkoop. En dat is goed zo. Lang leve de kunst, maar de kachel moet ook branden. Na het winnen van De Gouden Strop verwachtte de boekhandel van Berg een nieuwe thriller. Dus werd er besloten voor de NUR-code (Nederlandse Uniforme Rubrieksindeling) 305. Dat betekent dat Heller op de tafel ‘spanning’ zou komen liggen. Of het woord ‘thriller’ of ‘literaire thriller’ op de cover zou komen, bleef tot het laatste moment onduidelijk. Uiteindelijk staat er alleen een titel en een auteursnaam en onderin twee quotes waaruit blijkt dat ik thrillers schrijf of heb geschreven.

Kortom: wat is het nou? Zelf houd ik het op een spannende roman of een psycho-thriller. Maar nogmaals: genre vind ik iets voor boekhouders. Heller is een nieuw boek. Zo simpel is het. En het is nu aan de lezers om er iets van te vinden.

Hier alvast een fragmentje:

‘Ik kom van ver. Voor mijn succes heb ik hard moeten werken. Voor erkenning nog meer. Terwijl het publiek in grote getalen genoot van mijn programma’s, deed de pers alsof ik niet bestond. Tot de dames en heren critici vonden dat ze mij niet langer konden negeren. Toen besloten ze me met de grond gelijk te maken. Ik produceerde pulp en bagger. Mijn programma’s waren een belediging voor de goede smaak. “Hellers Ellende Fabriek”, schreef een journalist ooit. Toen ik een eigen televisiezender wilde beginnen, had een columniste het over de “strontbuis”. Het woord werd zo populair dat het in de Dikke van Dale is opgenomen.

Inmiddels heeft het moddergooien plaatsgemaakt voor bewondering, respect, ja zelfs voor erkenning. Natuurlijk geniet ik daarvan. Maar behoedzaam, nooit openlijk. Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg. Voor je het weet, hakken ze je kop eraf. Een uitglijder is genoeg. Het grootste vermaak in dit land heet leedvermaak.’

Michael Berg woont in Frankrijk. Hij is de auteur van meerdere succesvolle thrillers. Voor de meest recente, Nacht in Parijs, ontving hij in 2013 de Gouden Strop. Zeer binnenkort verschijnt zijn nieuwste roman, Heller. Voor meer informatie: www.michaelberg.nl

 

 

 

Reageer