1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Bewaar je geheim!

27 sep, 2014 Onderdeel van pensées

Column door Caspar Visser ’t Hooft

Hoe vaak lopen mij niet de rillingen over de rug wanneer ik weer eens met een Nederlands televisieprogramma word geconfronteerd. Of met een video die op Internet de ronde doet. Het platte gewauwel, het grove taalgebruik, en wat een brutaliteit! Nee, noem het niet recht-voor-je-raap, gewoon brutaal. Laatst, een clip van Geenstijl (mooie titel! – en met je horkerigheid te koop lopen ook nog). Een knul die drie à vier van de 500 dominees van de Protestantse kerk in Nederland ondervraagt die op het slechte idee waren gekomen in hun toga’s zich te laten fotograferen op de Dam. Hij begint met een vloek waarvoor ik als jongen eens een flinke draai om mijn oren van mijn vader kreeg (dat mocht toen nog, ik ben er psychisch niet door beschadigd). Daarna zegt hij aan een predikant in het zwart en met een witte bef: “Er liep hier net een lekker wijf langs”. En de ondervraagde predikant die lacherig antwoordt: “Ja, die heb je hier wel”. Aan een andere dominee vraagt de knul eerst: “Stiekem langs de wallen geweest?” en verzoekt hem daarna, op aanstellerige toon, om zijn microfoon te zegenen. Wat de dominee doet, in de naam van de heilige drie-eenheid. Ach, ach, leuk en lacherig doen, om maar “dicht bij de mensen” te zijn. Want God wil zich niet in zijn kerk opsluiten, hij wil dat we ons dààr begeven waar “het gebeurt”. De Kerk gaat ten onder aan dit soort zijige, semiprofetische prietpraat. De enige juiste manier om op de brutale en achterbakse insinuaties van zo’n knul te reageren, is hem streng (ja, gewoon streng) terecht te wijzen.

Wat zijn we toch leuk brutaal…

Op de website van de Protestantse kerk in Nederland wordt, onder de rubriek “Nieuws”, van deze domineesprocessie op de Dam gewag gemaakt. Er wordt daarbij verwezen naar de aandacht die de overige nieuwsbronnen aan het evenement gaven. In de kolom rechts: “Predikantendag 2014 in de media”. En ja hoor! – het filmpje van Geenstijl met de brutale vlegel staat bovenaan. Boven Pownews, RTLNieuws, Trouw, Reformatorisch Dagblad en NPO Spirit24. Bovenaan! We zijn afgezeken, belachelijk gemaakt – fijn!

Ach ja, we waren een volkskerk. En die liep leeg. Maar we hebben leren begrijpen. De kerk was te lang blind geweest voor de maatschappelijke ontwikkelingen, had zich opgesloten in een ivoren toren, zag de misère niet meer van hen om wie de kerk, wil zij haar missie getrouw zijn, zich het meest heeft te bekommeren. En meer in het algemeen, de kerk sprak niet meer de taal van de massa. Ja, we hebben het geleerd, het is ons jarenlang ingepeperd, ons op de borst te slaan: het is onze schuld, mea culpa, mea culpa…. En als ze ons bespotten, belachelijk maken, verbaal met de zweep te lijf gaan, dan krommen we vol wellust onze ruggen: goed zo, goed zo, ga door, ga door! O nee, het is niet eens omdat dat in de laatste zaligspreking staat – nee, het is omdat we het verdienen, mea culpa… Stille hoogmoed. Alsof alles van de kerk zou afhangen, de leegloop, de verguizing, de spot.

Maar deze masochistische tendens wordt doorkruist door een andere. De drang naar een eerherstel. De kerk wil terugkomen van weggeweest. En daarvoor moet om te beginnen de afkalving van het ledenaantal een halt worden toegeroepen. Er moeten mensen worden gewonnen. En waar heb je de meeste mensen? Nee, niet in de godgetrouwe vissersdorpen, niet in de oude dorpskernen rond het kerkgebouw, niet in de nieuwbouwbuurten van het groene hart van Holland, niet in de mooie villawijken in duin en heuvelrug met hun keurige, welwillende bewoners. Daar mensen de kerk in terugpraten, is geen kunst. Op die mensen, die hoe dan ook al min of meer “binnen” zijn, kijken we zelfs een beetje neer. Nee, we gaan het zoeken in de vormeloze, godloochenende massa. En hoe meer iemand plat praat, zich grof gedraagt, gemeen en brutaal is, hoe meer die persoon de massa in onze ogen lijkt te vertegenwoordigen. En hoe meer we hem er daarom bij willen hebben. De Dam, kruispunt van het ratjetoe van de hele wereld. Daar gaan we staan, in onze toga’s, daar gaan we Halleluja zingen. Hebben we er een paar gewonnen? Ze hebben ons in ieder geval gezien. En dat filmpje? Die brutale, insinuerende knul? Ach, laten we verder kijken dan zijn gemene platpraat, hij is ook een zoekende, ook hem heeft de Eeuwige lief – en we hadden op z’n minst contact. Waar zal de stakker anders met de kerk, met dominees, en met een goed verhaal in aanraking komen? Ik zeg het nog eens: hoogmoed. Of liever gezegd, stille minachting. Is die knul dan zo min dat hij een gezonde terechtwijzing niet zou begrijpen? Zijn wij het die altijd minzaam moeten “begrijpen”? Er staat geschreven dat we moeten vergeven – goed, maar wat heeft een ander daaraan wanneer hij niet eerst ten volle begrijpt dat hij mij op grove wijze heeft gekwetst? Je bent een gemene lomperik! Aan zo’n tegenweer had die knul misschien nog iets gehad.

Het lof van de onzichtbaarheid

Kerk, bewaar je geheim! Blijf toch op de achtergrond! Vijfhonderd dominees in toga’s van alle kleuren en geuren op de Dam – kijk eens goed naar die foto. Wie dat ziet, denkt: is dat alles? Jezelf tonen, is je grenzen tonen. Wees toch de onzichtbare kerk die de kerk wezenlijk is! Hoe goed hadden onze reformatoren dat nog door. Cijfers, video’s, hypes – het is niets dan angst voor het onzichtbare, gebrek aan geloof. Door de kerk te zichtbaar te maken verzekeren we haar van een weliswaar geruststellend maar uiteindelijk armetierig “ergens”, een onzichtbare kerk heeft geen grenzen, is “overal en nergens”. En dat intrigeert.

De Franse protestanten waren vanouds een minderheid in de maatschappij. Ze raken niet in paniek om een glorie die vergaat. Die glorie – dat soort glorie – hadden ze niet, nooit. Ze wringen zich niet in allerlei bochten, halen niet allemaal grollen uit, om maar zichtbaar te zijn, ze zijn het gewend het niet te zijn. Neem hun jaarlijkse bijeenkomst begin september, de fameuze Assemblée du désert. Een oude traditie, elk jaar komen ze samen, tussen de tien- en twaalfduizend protestanten. Niet op de Champs Elysées, niet onder de Eifeltoren, niet in de een of andere symbolische probleembuurt (om maar dicht bij de massa te zijn) – nee, op een afgelegen plek in de eenzame Cevennen, tussen rotsen en onder droog eikenhout. Ze vieren daar samen een dienst op dezelfde wijze als hun voorouders dat deden in de tijd van de vervolgingen, in de buitenlucht. O ja, er gaan altijd weer stemmen op die zeggen dat de manifestatie oubollig is, nostalgisch, ver van het leven af staat, ver van waar “het gebeurt”. O ja? Dit jaar was de minister van binnenlandse zaken, Bernard Cazeneuve, erbij. Niet omdat hij een protestant is, maar omdat hij nieuwsgierig was, en omdat hij samen met een kleine minderheidsgroep van de samenleving iets bijzonders wilde beleven. De gebeurtenis werd daarom ook breeduit in de pers uitgemeten. Onzichtbaar, juist dat maakt mensen nieuwsgierig.

Als ze komen, zijn ze welkom. Als ze niet komen, dan doen we een paar stappen in hun richting. Natuurlijk. Maar grofheid, gemeenheid, brutaliteit aanvaarden we niet, onder geen beding, nooit. Waarom? Omdat het geheim dat we bewaren om een houding van verwondering vraagt, om dezelfde behoedzaamheid als waarmee we een kast vol breekbaar porselein openmaken en om het nodige respect voor iets dat heel mooi en dierbaar is. Jazeker.

 

 

 

 

 

 

 

Reageer