Nachtvlucht
10 mei, 2015 Onderdeel van prosesColumn door Anneloes Timmerije
Geur speelt een kleine maar belangrijke rol in ons boek Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd. In de dagboeken van Guus Hagers lazen we dat hij, waar hij ook kwam in zijn eenzame bestaan als vlieger van B-25 bommenwerpers tijdens de Tweede Wereldoorlog, zocht naar Quelques Fleurs, de toen al klassieke geur van parfumeur Houbigant. Het beeld van de letters en de weerklank van de woorden sleurden me terug naar de kaptafel van mijn moeder, waar ik mij graag vergaapte aan lipsticks en potjes en flesjes. Ik belde haar op om zeker te weten dat ik het niet ter plekke zat te verzinnen – niets is immers onbetrouwbaarder dan het geheugen. Ik had het goed, zo bleek, het was ooit ook haar favoriete geur.
Guus zocht voor zijn Lienke. Hij wist niet waar ze was, óf ze er nog was, hij wist alleen: ooit is deze oorlog afgelopen en dan zullen wij elkaar weer zien. Hij zat in Australië met het squadron vliegers, zij zat op Java – ergens in een kamp op Java.
Tijdens zijn vele missies, sommige geheim, in opdracht van Simon Spoor (de latere generaal), leert hij Marja kennen. Soms kruisen hun wegen en dan herkent hij haar geur voor hij haar ziet.
Halverwege de oorlog wordt een aantal vliegers, onder wie Guus, naar Californië gestuurd om nieuwe B-25’s op te halen. Terwijl hij wacht tot de vliegtuigen klaar zijn om te worden overgevlogen, gaat hij op zoek naar een cadeautje voor Lienke, voor als ze elkaar weer zien. In San Francisco vindt hij waar hij al die tijd naar op zoek is geweest: een flesje Quelques Fleurs van Houbigant. Trouw dagboekschrijver als hij is, maakt hij hier zorgvuldig melding van. Wij vonden dit zo mooi en ontroerend, dat we besloten dat het absoluut in het boek moest. Het gevolg was alleen, dat we onszelf opscheepten met een oersaai hoofdstuk. Guus en de zijnen deden in Californië namelijk niet veel meer dan wachten – drie maanden lang. Het enige mooie van het hoofdstuk was de vondst van Lienkes geur. Daarom hebben we het eruit gehaald, met pijn in het hart, maar in de volle overtuiging dat het beter was.
Weg geur! Of, toch niet helemaal, want Marja’s geur kon niet onbenoemd blijven. We zochten naar parfums die rond 1942 populair waren en vonden Vol de Nuit van Guerlain. Dit parfumhuis had zijn jongste product vernoemd naar een boek van de Franse schrijver én vlieger Antoine de Saint-Exupéry: Vol de Nuit – Nachtvlucht, toepasselijker kon niet.
Naarmate de voltooiing van de zesde en laatste versie van het boek in zicht kwam, gingen we op zoek naar een passend motto. Opnieuw op zoek, moet ik zeggen, omdat we van meet af aan een strofe uit het gedicht Vrede van Leo Vroman in ons hoofd hadden – ‘Kom vanavond met verhalen/hoe de oorlog is verdwenen/en herhaal ze honderd malen/alle malen zal ik wenen’.
Op 22 februari 2014, we waren nog volop aan het schrijven, overleed Vroman. Het gedicht dat het meest werd geciteerd in de necrologieën was Vrede. Wij gingen op zoek naar een ander motto en vonden niets. Tot ik op een ochtend, koortsachtig werkend om de deadline van de uitgever te halen, als een robot opstond van mijn bureau en naar het deel van de boekenkast liep waarin de dichtbundels staan. Ik pakte er drie uit, drie bundels van Emile den Tex, mijn schoonvader.
Emile studeerde geologie in Leiden toen de faculteit daar aan het begin van de Tweede Wereldoorlog gesloten werd. Hij trok naar Groningen, studeerde verder en sloot zich aan bij een groep schrijvers en dichters die in weerwil van de Duitse bezetting bleef schrijven. Mijn schoonvader werd na de sluiting van de universiteit in Groningen opgepakt en op transport gezet voor de Arbeitseinsatz. Hij ontsnapte en bracht de rest van de oorlog door op een onderduikadres. Zijn gedichten, “geschreven in oorlogsdienst”, zoals het zo mooi in het colofon van de bundel Stilte in de storm staat vermeld, zijn merendeels na de oorlog gepubliceerd. Behalve Slagzij, dat verscheen in 1942 bij A.A.M. Stols in Den Haag.
Ik weet niet waarom ik, zijn schoondochter, degene was die vond wat we zochten en niet zijn zoon. Soms heb je iets meer afstand nodig om te zien wat zich vlak onder je neus bevindt, zoiets zal het geweest zijn. Op pagina 12 las ik:
VOL DE NUIT
De maantuin met de zilverdennen.
Mijn oorlogsoog moet hieraan wennen:
de vrede valt, niet te miskennen,
binnen den nacht vol vlieggeheimen
– het zoemen, het wanhopig seinen –
en de verdwaalde zoeklichtlijnen
waaieren weg voor dit herkennen:
geen oorlog kan de vrede schennen
van maantuin en van zilverdennen.
Anneloes Timmerije schreef samen met Charles den Tex Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd (Uitgeverij de Geus, 2014). Ze wonen in Frankrijk.