1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Bijgeloof

3 feb, 2016 Onderdeel van proses

Column (in briefvorm) door Peter Hagtingius en Julia Fortuin

Dag Julia,

Ik doe aan geloof noch bijgeloof, ik zie niet zo’n verschil tussen Jezus en die andere illusionist, Hans Klok. En al was ’t vrijdag de dertiende, ik ging dus gewoon de weg op. Even gauw naar de supermarché, 20 km verderop, om de leeftocht in te slaan die ik op de zaterdagse marché paysan niet te pakken kan krijgen. Heineken en hondenvoer, dat soort dingen. Altijd en exclusief op vrijdag doe ik dat ritje, alleen in het hoogseizoen op maandagochtend vroeg, anders strand ik in zo’n file van Parijzenaars en ander toeristenschorremorrie dat de voortgang blokkeert. Ook op die novemberse vrijdag draaide ik de parkeerplaats van de firma Bul Super en Hiep Hieper op. Toen Marten Toonder die namen verzon, vermoedde hij vast niet dat ze perfect van toepassing zijn op de exploitanten van extreem onoverzichtelijke megastores die je de keus bieden uit 500 soorten chocoladetabletten, 400 tandpasta’s, 1.600 soorten blikgroenten en – is me verteld – 100 inlegkruisjesvarianten. Ik kom niet graag in zo’n pretpark van de overvloed. Maar ja…

Die vrijdag op het parkeerterrein: een kennelijk extreem gehaaste druiloor verzuimde in zijn spiegeltjes te loeren, gooide zijn versnelling in de achteruit, gaf gas en trof mij vol in de flank. Nadat ik een paar keer ‘merde’ had geroepen, stapte ik uit en zag het meteen, bevooroordeeld of niet: 75 op het kenteken van de aanslagpleger, een Parijzenaar! Tegen mijn gewoonte in was ik even niet de rust zelve, ik liet zelfs de term attentat vallen toen de brokkenpiloot op me afkwam. Er volgde iets van gemompelde excuses, er werd zo’n schadeformulier tevoorschijn getoverd. Drie kwartier later pas had ik de beoogde hondenbrokken afgerekend.

Thuis nam mijn echtgenote de schade op.

‘Parijs’, zei ik.

‘Tuurlijk’, oordeelde ze. En schonk een troostglaasje champagne in. Het was nog voor aperitieftijd, maar ze heeft van Napoléon geleerd dat het gebubbel tegen alles helpt: kanker, griep, kiespijn, muggenbeten, je kan het zo gek niet bedenken. Dus waarom ook niet tegen het leed dat autoschade heet?

’s Avonds keek ik naar de nieuwszender BFMTV. Dat had een berichtje over een schietpartij op een terras in jouw stad. Ik vermoedde een afrekening in criminele kring, soit. Maar ik bleef even hangen en ineens was er sprake van 10 doden, 20, 40, 60. Ook iets bij een voetbalstadion, ik zag hoe de president in veiligheid gebracht werd en ik begreep: foute boel in het kwadraat. Tegen half elf werd op die tv-zender voor het eerst van een attentat gerept. Bedremmeld bekende ik dat ik ‘t die ochtend op dat parkeerterrein ook over een aanslag had gehad.

Parijs is ver weg, iets van 900 km. Wat hebben we er en Provence mee te maken? Andere wereld, ander volk, we hebben ‘t er eerder over gehad. Frankrijk bestaat niet, is mijn overtuiging; ik ben vóór zelfstandigheid van Bretagne, Normandië, Baskenland, de Provence en Corsica. Ook andere werelden, ander en lekker eigenwijs volk. Eigen én wijs. Maar in dat weekeinde na de dertiende werden er in ons dorpscafé ineens geen grappen gemaakt over jullie Parijzenaars, normaal gesproken de topic-pineuten, zodra we aan de toog de bureaucratische flauwekul fileren waarmee we vanuit jouw grauwe noorden worden lastiggevallen.

Zou ik me vergist hebben, zou er toch zoiets als een Franse natie bestaan? De sfeer in het café was bedrukt, aan de mairie hing de tricolore halfstok. De president had ‘t over ‘oorlog’ gehad. Waren wij ook en guerre? Het leek er wel op. De ene na de andere straaljager doorkliefde het luchtruim, je moet even weten dat ons gehucht aan de voet van het grootste militaire oefenterrein van Europa ligt, hetgeen makelaars altijd zorgvuldig níet vermelden. Dit terzijde.

Al een paar dagen later was alles weer comme il faut. Vanwege de ‘noodtoestand’ stond er een hekje bij de parkeerplaats voor het schooltje, in het café vertelde de burgemeester dat hij het niet nodig vond dat onze twee policiers municipales voortaan gewapend over straat gaan. Op de Route Départementale verderop was Daniël, vertelde hij, in zijn C15 bestelautootje aangehouden. Hij lijkt eerder op Mick Jagger dan op zo’n gejurkte Daesh-activist aan wie Gillette nog een hele klus zou hebben, er werden wapens noch explosieven in zijn voiture aangetroffen. Maar hij kreeg wel een bekeuring, veiligheidsriem niet om. ‘Regels, Parijs’, vonden we en trakteerden hem op een glaasje Garlaban, zijn favoriete neut. De oorlog, Parijs, het was allemaal weer ver weg. We konden buiten zitten: ‘je suis en terrasse’ is hier normaal. Het ‘Spaanse Haantje’ die om voor de hand liggende redenen zo genoemd wordt en die boven het café woont, kwam met hapjes aangesneld waarvan zelfs wij weten dat die ‘tapas’ heten.

Bestaat Frankrijk? Zijn alle Fransen Frans? Is de Franse of welke ‘nationaliteit’ dan ook méér dan een papiertje? Zijn de Fransen één volk met één cultuur? Sinds de Revolutie wordt er in jouw Parijs extreem centralistisch gedacht, alle regio’s met een vanouds ‘afwijkende’ mentaliteit moe(s)ten hoe dan ook (en desnoods met geweld) in de Parijse cultuur geïntegreerd worden. Een bloedrode dikke streep door die andere normen en waarden van onder meer de Provence, een rijke en opwindende historie op de vuilnisbelt gekieperd. Ik ben enigszins bevriend met de oudste inwoner van ons gehucht, een 101-jarige ex-onderwijzer met een helder hoofd. Hij rekent de Provence tot de territoires occupés, de door Parijs bezette gebieden’ en hij bedoelt dat niet grappig. Hij praat met mij in het Frans, maar hij spreekt toch bij voorkeur het patois van de Provence.

De laatste der Mohikanen? Ik denk van niet. Onze verbondenheid met Parijs duurde na 13 november niet langer dan 72 uur.

Vind je dat we slechte mensen zijn?

Peter Hagtingius

*****

Beste Peter,

Jullie verbondenheid met Parijs duurde na de aanslagen van november vorig jaar niet langer dan 72 uur. Een schrale troost: 72 uur na de aanslagen waren wij in Parijs weer aan het werk, met de metro naar kantoor, zoals het altijd al ging.

Om eerlijk te zijn, ik heb niet zo’n sterk nationaliteitsgevoel – wat ik overigens niet per sé als een goede eigenschap zie. Wat iedereen zichzelf voelt, moet ie vooral zelf weten en ik denk dat het best fijn is als je je verbonden voelt met de plek waar je woont.

Een beetje Parisienne voel ik me natuurlijk wel: een klein oppervlak delen met een hoop mensen schept toch een band. Maar net zoals ik een beetje overal vandaan kom (Nederland vooral, maar roots in diverse landen), is dat voor veel Parijzenaars ook zo. Welk percentage Parijzenaars is daadwerkelijk Parijzenaar, sinds meerdere generaties? Een fractie. Parijzenaars die meerdere generaties teruggaan en geen idee hebben over hoe een biotoop buiten de lichtstad eruit moet zien schat ik op 5 à 10 procent van onze stadsbevolking.

Dan zijn er de ‘provincialen’, die soms tevreden zijn in hun hoofdstad, maar het liefst morgen nog teruggingen naar Nantes, Montpellier of Nice, mits daar werk was. Teveel centralisatie, inderdaad. Zou je de naar binnen geharkte wetten en banen terugschuiven naar de provincie dan zou men zich in de lichtstad vrijer kunnen bewegen op de grijze trottoirs.

En natuurlijk zijn er ook Parijzenaars van buiten de provincie: Het Buitenland. Ten eerste de expats en luxe-gelukszoekers zoals ik: degenen die het ‘wel leuk’ leek in Parijs te wonen en te genieten van de musées et cafés. Ten tweede de mensen die misschien geen buitenlanders meer zijn maar er wel voor worden aangezien. En ten derde ‘échte’ buitenlanders, van ver, die hier een beter leven zoeken en waar we het de laatste tijd veel over hebben.

Bestaat Frankrijk? Ja, Frankrijk bestaat omdat er op een bepaald moment is besloten dat dit stuk grond zo heet. Zijn alle Fransen Frans? Velen vast wel, maar daarnaast ook Provençaals, Normandisch, Maghrebijns, Soedanees, Elzassenaar, Roemeens, Katholiek, hedonist, reactionair, dorpsbewoner of kosmopoliet.

Het mengt zich ongetwijfeld iets minder in de Provence, maar ik vind het moeilijk om te geloven dat er daadwerkelijk van geen enkele uitwisseling sprake is tussen de regio waar je woont en die daaromheen. Waarom zouden we ons van elkaar willen scheiden nu het juist zoveel zin heeft om ons te verenigen?

Als jullie je in het zuiden overheerst voelen door Hoofdkwartier Parijs, manifesteert u – op bepaalde gebieden mag de macht wat mij betreft best iets meer worden verspreid. Maar heeft het daadwerkelijk zin Frankrijk in atoomdeeltjes op te splitsen nu we meer en meer een migrantenvolk zijn? Wat zit er achter jullie onafhankelijkheidsdrang: het verlangen een fijn gordijntje om jullie idyllisch landje heen trekken zodat de boze buitenwereld kan worden vergeten?

Natuurlijk voelden we de dreun van 13 november langer dan een weekend. Toegegeven voelen we ‘m hier nog steeds. Jullie misschien niet. En hoewel jullie cafés op zonnige terrassen minder terrorismegevoelig zijn dan die van ons aan de boulevards, kunnen we enkel gissen hoe we elkaar nog nodig zullen hebben.

Julia Fortuin

 

Peter Hagtingius woont in de Var. Hij was hoofdredacteur van Côte&Provence.

Julia Fortuin woont en werkt in Parijs. Haar blog bisesdeparis.com is een verzameling anekdotes en observaties die voortkomen uit haar pogingen tot integratie in het Parijse bestaan. Julia’s blogs worden tevens gepubliceerd op de website Nederlanders.fr

 

 

 

 

 

 

 

 

Reageer