Dakloze klinkers
10 feb, 2016 Onderdeel van prosesColumn door Caspar Visser ’t Hooft
De politiek van president Hollande is desastreus. De ene maatregel is nog rampzaliger dan de andere. Geen president die al sinds zo-lang zo impopulair is, maar hij wil het blijkbaar uitzitten tot het einde van zijn mandaat, en tot die tijd nog meer desastreuze maatregelen het Franse volk in de strot duwen. Maar Hollande is een slimmerik, hij kent de kneepjes waarmee je initiatieven waarvan je weet dat ze op grote tegenstand stuiten – behalve bij de 1% die je wil behagen – er doorheen kunt jassen. Een ervan is de afleidingsmanoeuvre. We halen een oud wetsvoorstel uit de kast dat sinds lang volkomen in de vergetelheid is geraakt. Niemand staat erop te wachten. Maar het raakt een gevoelige snaar, zeker bij Fransen, namelijk de taal. Een beetje stemmingmakerij erbij van de kant van de pers die maar al te zeer op emotie en ophef is belust – resultaat: één grote beroering. En terwijl het Franse volk zich druk maakt over deze nieuwe wet, wordt het even afgeleid van andere zaken, die belangrijker zijn en die de regering dan min of meer onbelemmerd, in het geniep, ten uitvoer kan brengen. De spelling van de taal, ziedaar waar de Fransen zich de afgelopen week druk om moesten maken, zodat hun aandacht werd afgetrokken van zaken als de verlenging van de noodtoestand, de verandering van een belangrijk artikel van de grondwet… Goed, het Franse volk begint de sluwe trucjes van François Hollande door te krijgen. Ze laten zich niet meer zo makkelijk in de luren leggen. Maar toch, een heibel over dat dakje boven de klinkers! De fameuze circonflexe. Helemaal ongelijk hebben de Fransen niet. Taal is belangrijk. En dat dakje weg, ’t is niet maar een onschuldig detail.
De -i- en de -u-
Lang niet alle dakjes moeten weg. Dat was het gerucht dat in het begin door de sensatiepers in de wereld werd geholpen. Het gaat alleen om de dakjes boven de klinkers -i- en -u-. En dan alleen wanneer het weglaten van het dakje geen verwarring tussen twee woorden schept. Zo blijft boven mûr (“rijp”) het dakje staan, want anders zou het je kunnen verwisselen met mur (“muur”). Het aantal woorden waar de circonflexe niet meer verplicht is (maar wel toegestaan), is daarom nogal beperkt. Toch is het een zoveelste stap in de richting van het wegwissen van de geschiedenis. Naast het verkorten van de tijd die op school aan geschiedenisonderwijs wordt besteed, bijvoorbeeld. En wie de geschiedenis schoffeert, doet uiteindelijk afbreuk aan wat ons verbindt. Techniek verbindt geen mensen, internet ook niet – niet echt. Alleen een gedeelde geschiedenis doet dat. Maar daarvoor moet je de geschiedenis wel kennen. Ik loop opeens wel erg hard van stapel? Ik opper een wel erg allesomvattende stelling, en dat naar aanleiding van een enkel dakje boven een klinker?…
Meester, klooster, kosten…
Misschien, maar ik blijf erbij: die woorden die nu het dakje moeten ontberen – of mogen ontberen (maar mogen wordt in de regel al gauw moeten) – herinnerden ons eraan dat onze Europese talen veel gemeen hebben. Het dakje was een verwijzing naar deze geschiedenis die ons verbond. De circonflexe kwam namelijk zo rond de achttiende, negentiende eeuw in de plaats van een -s- na de klinker. Een voorbeeld? Het dakje boven de -i- van dîme (“tiende”) verving de -s- na de -i- in disme. Dankzij deze -s-, en de plaatsvervanger ervan, namelijk het dakje, komt de oorsprong van het woord duidelijker uit de verf dan wanneer je in het vervolg dime mag of moet schrijven. De oorsprong is het Latijnse decima. Hetzelfde geldt voor het woord maître. Het dakje herinnert ons eraan dat het afgeleid is van het woord magister – een woord dat in de Nederlandse taal “meester” werd. Dat dakje verbond dus in zekere zin de Fransen en de Nederlanders: maître (van maistre) en “meester”. En denk eens aan een woord als cloître. De circonflexe duidt op de link met “klooster”. En coût – het Franse woord voor “prijs”. In het Nederlands werd het oorspronkelijke woord “kost” en “kosten”. Zien jullie nu waarom dat dakje verbindend werkt? Ja, geschiedenis – gedeelde geschiedenis – verbindt. We bouwen aan een gemeenschappelijk Europa, en tegelijkertijd isoleren we ons in onze eigen talen, door de verbindingstekens weg te halen. Wat je noemt inconsequentie!
Lille en Rijssel
O ja, en dan is er een stad die op de grens van Frankrijk en het Nederlands (Vlaams) sprekende België ligt: Lille in het Frans. Rijssel in het Nederlands. Ook hier legt een dakje de link. Hoe? Kijk, je hoeft je hoofd niet te breken over de vraag waar de Franse naam vandaan komt: van l’île, dat wil zeggen “het eiland”. En de circonflexe boven de -i- van île wil zeggen dat de oorspronkelijk spelling isle was. Lille was dus oorspronkelijk voor de Frans sprekenden L’isle. In het Nederlands werd isle “ijssel”. “Het eiland” – l’isle – werd voor de Vlaams sprekende “ter ijssel”. En dat werd afgekort tot Rijssel. Ja, twee talen onder één dakje.
Laten we de link niet breken – zoals we, over “breken” gesproken, destijds het “vasten braken”, disjunare in het middeleeuwse potjeslatijn. Hiervan afgeleid kreeg je het werkwoord disner. Vandaar het dakje boven dîner.
Deze column verscheen ook op Joop.nl
2 Reacties op “Dakloze klinkers”
Door Molière op 11 feb, 2016
Août – aoust – aost – agustus – augustus
Door Mata Hari op 11 feb, 2016
Ik ga straks je verhaal overlezen in alle rût. Ik heb daar alle lût in. Want het is geen weer voor wandelen: hier, aan de kust (hier blijft de -s- staan), is er mît…