Een bevriende toerist
17 aug, 2019 Onderdeel van prosesColumn door Peter Hagtingius
Voor zover mijn bronnen in het café weten, werd er in 1352 voor het laatst iemand vermoord in het Provençaalse gehucht waar ik verblijf. Een eigentijdse onderzoeksjournalist zou achterhalen of het slachtoffer inderdaad een monnik was die zijn pij niet kon aanhouden, ‘fact-checking’. De stofjas van een archivaris staat me niet en we zijn al een tijdje verder. Ik doe het maar met wat iedereen voor waar aanneemt, de affaire lijkt me trouwens verjaard. Gelet op het algeheel gevoel in het dorpje dat we niet nóg en alweer een moord kunnen gebruiken, zag ik op tegen de komst mijn goede vriend Hendrik Jan Korterink.
Hij is niet zo’n zelfbenoemde artiest die zich door de agit-prop van de regionale toerismedealers heeft laten wijsmaken dat er hier iets schilderachtigs na te kwasten is. Elke zomer zie ik aan de oever van de rivier die om mijn huis loopt wel een paar strohoeden hoofdschuddend achter hun ezel. Wat nou ‘pittoresk’? Ze hebben het grootste gelijk van die al even ‘speciale’ Provençaalse markten. Je zoekt er tevergeefs naar een fatsoenlijke krop sla, de ‘produits de la mer’ hebben per definitie al een tour du monde achter hun vinnen en schelpen en waarom zou je olijven ‘en bulk’ inslaan? Een paar van die gepitten in de salade Niçoise, ça suffit. Van het vermoedelijk modieus gedachte en mogelijk derhalve doelbewust scheef verknipte textiel met Provençaalse print (dat dan weer wel) op de vrijdagse markt, snap je op het eerste gezicht: die zomerflodder komt uit Bangladesh. En dan weet je genoeg. Wijn of kaas dan? Een charme van Provençaalse gehuchten is dat ze je desgevraagd in het café vertellen waar je de lekkerste geitenkaasjes scoort en bij welke cave of domaine je je rosétankje het best kunt laten bijtappen. Tegen een overzichtelijke prijs. Die de marketeers in het kader van de toeristenflow gaarne verdubbelen, als je mazzel hebt. Drie keer over de kop is geen uitzondering als er ‘en masse’ langs de kramen geslenterd wordt. We staan hier en daar of in elk geval aan de verloederde Côte d’Azur dan wel genoteerd als halvegare minkukels met aftandse realiteitszin, maar mind you! De essentie van het kapitalisme is zelfs op onze markt allang geen religieus mysterie meer en over de uitwassen ervan doen we ook niet moeilijk. Moet je maar geen toerist zijn. Was het niet de denker Blaise Pascal (1623-1662) die destijds al uitlegde dat lekker thuisblijven voor iedereen en de rest van de wereld veruit het beste is? Er wordt tegenwoordig van alles verboden, waarom het toerisme nog niet?
Sorry, daar had ik het helemaal niet over.
Beetje afgeleid door de canicule die me in de huiselijke kring nu al zo’n twee weken dwingt tot de inzet van de airco. Die verkoeling biedt. Gepaard gaande met pokkenherrie. Heb je die andere denker: ‘elk voordeel heeft z’n nadeel’ Of andersom. In de Cruijffiaanse filosofie van de schijnbeweging plus het helder verstand weet je nooit hoe je de bal verovert. Ben ik als airco-minded natuurlijk ook meteen topverdachte in het vreugdeloze milieu van die groene eco’s. Mede in verband met de hitte en om uitputtende verhoren te voorkomen, beken ik maar meteen: ik rijd een gedateerde diesel en ik rook zelf ook. Verzachtende omstandigheid? Ik eet geen vlees. Misschien kom ik er met een lichte straf vanaf. Mag je met zo’n elektro enkelboei eigenlijk zwemmen?
Ho, ik zou het hebben over de visite van Hendrik Jan Korterink. De beste misdaadjournalist van Nederland, auteur van onder meer het boek De Holleeders, in het levenslange Neus-vonnis van de Amsterdamse rechtbank wordt zijn naam vaak vermeld. Maar een punt is dat het bestaan als misdaadjournalist in Nederland heden ten dage linke soep is. Die verslaggevers worden bedreigd, moeten soms beveiligd worden, weten zich afgeluisterd en gevolgd, ook door justitie. Dus ja, wat nou als de Volvo van Hendrik Jan onze Rue de la République opstoomt? Opletten of er geen criminele BMW of zo’n Audi achteraan komt? Zou er geen volgapparaatje onder zijn auto hangen? Ik was slecht op m’n gemak. We hebben geen police municipale, alleen een champêtre, ongeveer veldwachter, wiens bevoegdheid niet verder reikt dan waarschuwend op het raampje tikken als je je auto per ongeluk op de parking voor handicapés wilt gaan neerzetten. Het leek me het beste het café te informeren over de komst van mijn vriend. Het uitgelezen traject voor berichtgeving aan de autoriteiten. Tegen vijven die middag van de verwachte arrivée van Hendrik Jan reden er ineens twee patrouillewagens van de gendarmerie door het gehucht. Tot een uur of tien, de Volvo was al besnuffeld, ook door een speurhond. De spanning was voelbaar: niet nóg een keer hè, moord en doodslag. In het café was het drukker dan normaal op vrijdagavond.
Er is niets gebeurd, ik had gewoon mijn kop moeten houden. Toen Hendrik Jan al lang weer op de autoroute zat, ging het in het café over 1352 en 2019. Rosé-arrosé proostten we op de vooruitgang.
Ik had enige twijfels.
Peter Hagtingius woont in de Var. Hij was hoofdredacteur van Côte&Provence. Van hem verscheen in 2016, onder het pseudoniem Peter Hooft, de bundel Provençaalse praatjes (Uitgeverij Grenzenloos)