1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

St Sulpice 11 september

16 sep, 2022 Onderdeel van proses

Column door Caspar Visser ‘t Hooft

Bij de halte St Sulpice waren we uit de ondergrondse trein gestapt, voor een bezoek aan de nabij gesitueerde boekhandel ‘La Procure’. Voordat we het Metrostation verlieten, besloten we twee kaartjes te kopen voor de terugreis, dan was dat vast gebeurd. Achter het loket een dikke, vadsige vrouw, net een pad, met gele ogen. Een eng mens. Voordat ze ons te woord stond, riep ze de persoon die voor ons aan de beurt was geweest, en die nu plaats voor ons maakte, op de valreep nog iets toe. We verstonden: “… la fin du monde!” (“… het einde van de wereld!”). Het klonk als een dreiging, en tegelijk een juichkreet. Vreemd…

Op een terrasje tegenover St Sulpice

We hadden de boeken die we zochten snel gevonden, waarna we ons hadden geïnstalleerd op een terrasje voor de barokke kerk van St Sulpice. Ik weet het nog, het was een tamelijk grijze dag, nogal kil voor de maand september, zeventien graden – zoiets, dat je denkt: gaan we binnen zitten, of blijven we buiten? Toch buiten. Sommige tafeltjes om ons heen waren bezet, andere niet. Om ons heen de gebruikelijke Parijse geluiden: verkeer, claxons… Pas wanneer de auto’s voor een rood licht moesten stoppen, hoorde je het water van de fontein spatten, de wiekslag van de duiven, en de stemmen van de mensen, in alle talen. Aan deze geluidsmassa ontrukte zich op een gegeven moment de stem van een krantenverkoper. “Grèves en Bretagne!” (“Stakingen in Bretagne!”) – schreeuwde hij, terwijl hij naderde met zijn stapeltje kranten. Parijs…

Gerucht

Waar het vandaan kwam, dat gerucht? Het was er… De krantenjongen hield opeens zijn mond. Dat was – geloof ik – het eerste wat ons een beetje vreemd voorkwam. We keken opzij, we zagen hoe hij in druk gesprek was met iemand aan een tafeltje. Ook zagen we een paar mensen opstaan en naar binnen lopen, het café in. Een beetje gehaast. We keken elkaar aan, we trokken onze wenkbrauwen op. Ach, Parijs… En toen hoorden we vlak bij ons iemand zeggen – een vrouw, een Amerikaans accent: “The white house burns”. Hoorden we het goed? Ze sprak met iemand aan een ander tafeltje. Ze scheen er trouwens nogal rustig onder. We zagen meer mensen het café binnenlopen, ook andere cafés schenen plotseling erg in trek. Op zo’n moment denk je niet na, je volgt de stroom, en in een vol lokaal kregen we, op een televisiescherm in de hoogte, de beelden te zien van de twee vliegtuigen die de Twin Towers binnenvlogen. Het was nog geen twintig minuten eerder gebeurd.

Surrealistisch

Ja, het was allemaal nogal surrealistisch. Vooral toen we even later, met die beelden in ons hoofd, in zuidelijke richting de Rue de Rennes afliepen, met voor ons opdoemend de Tour Montparnasse, hoogste skyscraper van Parijs. Ook herinner ik me nog hoe we ‘s avonds in dezelfde buurt in een restaurantje zaten. Voor bij de koffie hadden we elk een sigaartje opgestoken. En we zaten gezellig in onze hoek te paffen (het was in die tijd blijkbaar nog niet strikt verboden). Op een gegeven moment kwam een Amerikaans echtpaar binnen. Late gasten. Te laat. Een ober stelde hen vriendelijk voor over een half uurtje terug te komen, want alle tafels waren bezet. Of ze van plan waren op dit voorstel in te gaan of anders hun geluk elders te beproeven, weet ik niet. Wel weet ik dat ze ons opeens in het oog kregen, naar ons toeliepen, en ons zomaar begonnen aan te spreken. Op een bezorgde toon. Of we wel beseften hoe gevaarlijk het was om te roken, dat je eraan doodging. Ja, dat zeiden ze – niet meer dan dat, daarna liepen ze naar buiten. Tja, als je eenmaal op kruistocht bent uitgegaan, in dit geval tegen de tabak, dan zullen een brandend Pentagon en twee ingestorte hoogste-torens-van-de-wereld, en zoveel duizend slachtoffers je niet weerhouden. 11 september 2001: dag die in mijn geheugen is geprent.

.

Deze column verscheen in ‘Frankrijk in 50 fragmenten’ (Grenzenloos, 2017)

Reageer